Darwin zei in 1862: “Sex is confusing. We do not even in the least why new beings should be produced by the union of the two sexual elements. The whole subject is as yet hidden in darkness.“
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2
In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
VWO 3 - paragraaf 11.1 Geslachtsorganen
‘The real reasons why we have sex...’
Darwin zei in 1862: “Sex is confusing. We do not even in the least why new beings should be produced by the union of the two sexual elements. The whole subject is as yet hidden in darkness.“
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we vandaag doen?
- PW Bespreken - Wat te verwachten van dit hoofdstuk + toetsing
- Het 'Biologische momentje' van de dag. - Leerdoelen - Behandelen theorie - Afsluiting
Slide 2 - Tekstslide
Dit hoofdstuk: H11 Voortplanting
- Werken met lessonups/ppt + opdrachten in de les
- Huiswerk maken (werkboek) online
- Oefenen (online)
- Practica
- Afsluiting met een PW (telt 3x)
Slide 3 - Tekstslide
Het 'biologische momentje' van de dag:
‘It’s all about the birds and the bees…’
99% van de organismen doen aan geslachtelijke voortplanting met elk hun unieke mechanismen (geslachtsorganen).
Veel organismen gaan ver voor seks. Blauw gekleurde nesten bouwen zoals de mannelijke Bowerbird, licht geven zoals gloeiwormen, sterk geurende bloemen om insecten te trekken of rode lippenstift gebruiken bij mensen.
Alles om maar DNA te combineren voor nieuw organismen.
A-seksueel voortplanten scheelt veel tijd en energie omdat je niet de juiste partner hoeft te zoeken…
Maar seks betekend dat wanneer je een goede partner zoekt, je een betere toekomst voor je nakomelingen genereert.
Slide 4 - Tekstslide
Leerdoelen man:
Na deze les kun je:
Het verschil benoemen tussen seksuele en aseksuele voortplanting.
Voordelen en nadelen van beide manieren van voortplanting benoemen.
De onderdelen (+functies) van het mannelijk voortplantingsorgaan benoemen)
Uitleggen waarom sommige mannen worden besneden.
Het verschil tussen zaadcellen en sperma benoemen.
Uitleggen wat de functies is van de zwellichamen bij een erectie.
Slide 5 - Tekstslide
Wat is het voordeel van geslachtelijke voortplanting boven ongeslachtelijke voortplanting?
Slide 6 - Open vraag
Waarom voortplanten?
Organismen zorgen voor voortbestaan eigen soort.
2 vormen/manieren: - Geslachtelijke (seksuele) voortplanting: combineren van DNA, jong (uniek) individu creëren. - Ongeslachtelijke (aseksuele) voortplanting: één organisme maakt kopie van zichzelf. Grotere kans genetische afwijking d.m.v mutaties.
Slide 7 - Tekstslide
Voortplantingsorganen
van de man
Slide 8 - Tekstslide
Waar liggen de voortplantingsorganen van de man?
A
Balzak, onderbuik en penis
B
Balzak en penis
C
Onderbuik en penis
D
Penis
Slide 9 - Quizvraag
Vooraanzicht:
Zij-aanzicht:
Slide 10 - Tekstslide
Het mannelijk geslachtsorgaan:
Functie: plassen + voortplanten. Bron 3 blz. 128 KK.
Sperma: meest gevonden lichaamsvloeistof in hotelkamers (badkamers)…
Per ejaculatie: 3 tot 5 ml sperma, bevat tussen 100 en 400 miljoen zaadcellen.
Zaadcellen hebben een levensduur van ± 3 tot 5 dagen in het lichaam van de vrouw. Daarbuiten maar ongeveer 2 minuten.
In de vagina, zaadcellen attack. ± 20 tot 100 zaadcellen bereiken de eicel.
Een man ejaculeert gemiddeld 7.200 keer (2.000 keer door masturberen) in zijn leven. Hierbij komt 53 liter sperma vrij, met een gemiddelde snelheid van 45 km/h!
Per dag kan een gezonde man 70 miljoen spermacellen produceren.
Slide 12 - Tekstslide
Teelballen:
Balzak (scrotum). Optimum temp. ± 34 °C.
Teelballen = zaadbal (testis) + bijbal.
De zaadbal: productie zaadcellen + testosteron
De bijbal: opslag zaadcellen.
Slide 13 - Tekstslide
Zaadcelproductie
Teelballen: bevatten zaadkanaaltjes.
Zaadkanaaltjes: - Wandcellen v/d zaadkanaaltjes delen zich continu → ontstaan zaadcelmoedercellen.
Prostaat + zaadblaasjes: - Toevoegen voedingsstoffen + vocht bij zaadcellen = sperma (nu pas mag je het sperma noemen!) - Spiertje prostaat drukt de blaas dicht. (tegengaan plassen na zaadlozing, urine is niet goed voor de zaadcellen).
Voorvocht: vagina minder zuur- en schoonmaken (urinebuis).
Slide 16 - Tekstslide
De penis:
Onderdelen: Schacht + eikel.
De schacht: zwellichamen + urinebuis.
Erectie: zwellichamen gevuld met bloed.
Eikel: gevoelig onderdeel penis.
Ejaculatie = zaadlozing.
Slide 17 - Tekstslide
Korte check:
Kennen we alles? Vragen?
Bekijk thuis eventueel nog het volgende uitlegfilmpje:
Klaar voor een invulopdracht? Ga naar: https://biologiepagina.nl/Oefeningen/Voortplanting/man.htm
Werken aan opdrachten 1 t/m 8 van paragraaf 11.1 online!
Slide 18 - Tekstslide
Terugblik leerdoelen man
Kun je nu:...
Het verschil benoemen tussen seksuele en aseksuele voortplanting.
Voordelen en nadelen van beide manieren van voortplanting benoemen.
De onderdelen (+functies) van het mannelijk voortplantingsorgaan benoemen)
Uitleggen waarom sommige mannen worden besneden.
Het verschil tussen zaadcellen en sperma benoemen.
Uitleggen wat de functies is van de zwellichamen bij een erectie.
Slide 19 - Tekstslide
Geslachtsorganen
van de vrouw
Slide 20 - Tekstslide
Leerdoelen vrouw:
Na deze les kun je:
De onderdelen (+functies) van het vrouwelijk voortplantingsorgaan benoemen)
Uitleggen waarom sommige vrouwen worden besneden.
Kunnen uitleggen waar oestrogeen en progesteron worden geproduceerd.
Kunnen uitleggen waarom een eicel zo groot is.
Slide 21 - Tekstslide
Wat is/zijn de voortplantingsorganen van een vrouw?
A
Vagina
B
Eierstokken & eileiders
C
Baarmoeder
D
Alle 3 (A, B & C)
Slide 22 - Quizvraag
Vooraanzicht:
Slide 23 - Tekstslide
Het vrouwelijk geslachtsorgaan:
De functie: Voortplanten.
Hormoon: Oestrogeen (eierstokken)
Product: eicellen (laten rijpen, vanaf geboorte aanwezig).
Vruchtbaarheid: vanaf 1e menstruatie
Bron 6 blz. 137KK.
Vrouwenbesnijdenis (fysieke gevolgen) - traditie en religie - veel landen verboden
Slide 24 - Tekstslide
Vagina en baarmoeder:
Geslachtsgemeenschap.
Vagina: erg zuur – dood bacteriën.
Baarmoederwand (gespierd) bekleed met dik doorbloed vlies = baarmoederslijmvlies.