H3 eetgewoontes

H3 Eetgewoonten

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H3 Eetgewoonten

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat is je favoriete gerecht?
Schrijf deze op een post-it

Slide 3 - Tekstslide

Waar komen deze gerechten vandaan?
Plak je post-its op de juiste landen, zoek eventueel op waar je gerecht vandaan komt.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

  • Welk continent heeft de meeste post-its? 
  • Waarom is dit zo?
  • Hoe zijn deze gerechten in Nederland gekomen?
  • Hoe zijn bepaalde gerechten zo populair geworden?
  • Hoe zou deze kaart er 50 jaar geleden uit hebben gezien? En over 50 jaar?
  • In hoeverre beïnvloedt je culturele herkomst je voorkeur?
  • Wat is de rol van religie op onze eetgewoontes?

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoelen

  1. Je kunt de belangrijkste redenen van veranderde eetgewoonten in Nederland noemen.
  2. Je kunt uitleggen waarom iedere cultuur zijn eigen eetgewoonten heeft. 
  3. Je kunt het verschil tussen een vegetariër en een veganist uitleggen en bij voedingsmiddelen aangeven welke ze eten en welke niet.
  4. Je kent 10 voedingsmiddelen die vleesvervangers zijn en kunt daarin onderscheid maken tussen vegetarisch en veganistisch.
  5. Je kunt uitleggen hoe vegetariërs kunnen voorkomen dat ze van sommige stoffen te weinig binnenkrijgen.

Slide 8 - Tekstslide

Belangrijkste redenen van veranderde eetgewoonten in Nederland.
'
  • Nederlanders reizen veel
  • Immigranten 
  • Nieuwe soorten winkels die voedsel verkopen
  • Nieuwe restaurants
  • Andere producten in de bestaande winkels door vraag
  • Minder kookboeken, maar recepten uit tijdschriften + internet
  • Veranderde ideeën over omgang met dieren en milieu

Slide 9 - Tekstslide

Eetgewoontes
klimaat en grond
geloven
-christenen
-islam
-jodendom
-hindoeïsme
-boeddhisme

Slide 10 - Tekstslide

Verschil vegatariër en veganist
vegetariër:
Geen vlees, gevogelte en vis.
Wel melkproducten, kaas, eieren enz

Veganist:
Geen producten van dierlijke oorsprong.
( melkproducten, leer, eieren, vlees, vis, enz)

Flexitariër
Parttime vegetariërs, een of meer dagen per week geen vlees eten

Slide 11 - Tekstslide

70% bonen en 30% granen

Stoffen voor vegetariërs om gezond te blijven
Verhouding van 70% bonen en 30% granen

Aminozuur= bouwsteen van eiwit en mist in bonen, maar niet in granen. Dus het houd de verhouding goed om gezond te blijven.

Vitamine B12 is heel moeilijk in plantaardig voedsel te vinden.

Slide 12 - Tekstslide

voedingsstoffen

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

functie van stoffen in voedsel

Slide 16 - Tekstslide

Wat is geen reden voor verandering van eetgewoonten in Nederland
A
Dieren
B
Winkels
C
Buitenlanders
D
Vegetariërs

Slide 17 - Quizvraag

Wat eten de joden niet?
A
Varken
B
Bloed
C
Jodenkoeken
D
Vis

Slide 18 - Quizvraag

Wat is een flexitariër?

Slide 19 - Open vraag

wat is de bouwsteen van eiwitten
A
Amerikozuur
B
Aminozoet
C
Aminozuur
D
Amino

Slide 20 - Quizvraag

Wat hoeven vegetariërs niet binnen te krijgen als vleesvervanger
A
Noten
B
Gelatine
C
Planten
D
peulvruchten

Slide 21 - Quizvraag

opdracht
Neem voor de volgende les verpakkingen mee van verschillende producten, zoals brood, frisdrank, chips, boter, groenten, noten, zuivel enz. 

Slide 22 - Tekstslide

Evaluatie leerdoelen

  1. Je kunt de belangrijkste redenen van veranderde eetgewoonten in Nederland noemen.
  2. Je kunt uitleggen waarom iedere cultuur zijn eigen eetgewoonten heeft. 
  3. Je kunt het verschil tussen een vegetariër en een veganist uitleggen en bij voedingsmiddelen aangeven welke ze eten en welke niet.
  4. Je kent voedingsmiddelen die vleesvervangers zijn en
    kunt daarin onderscheid maken tussen vegetarisch en veganistisch.
  5. Je kunt uitleggen hoe vegetariërs kunnen voorkomen dat ze van sommige stoffen te weinig binnenkrijgen.

Slide 23 - Tekstslide