Schrijf de belangrijkste info op in je aantekeningenschrift.
timer
10:00
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4
In deze les zitten 17 slides, met interactieve quiz en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
3. Glucose als grondstof
Binnen = Beginnen
* Check je stek
* Lees de basisstof
Schrijf de belangrijkste info op in je aantekeningenschrift.
timer
10:00
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
1 Je kunt beschrijven onder welke omstandigheden fotosynthese en verbranding plaatsvinden.
2 Je kunt aangeven welke stoffen een plant kan maken uit de grondstof glucose en wat de functies zijn van deze stoffen.
Slide 2 - Tekstslide
Een plant heeft koolstofdioxide, mineralen en water nodig. Hiermee kan de plant eiwitten, koolhydraten, vetten en vitaminen maken. Dat is handig voor de plant, maar ook voor de mens en andere organismen.
Slide 3 - Tekstslide
Wat ga jij doen?
* Begreep je alles toen je de basisstof las? Begin dan met het maken van de opdrachten die horen bij basisstof 3. Dit doe je stil
* Vind je het nog lastig? Doe dan eerst mee met de uitleg.
Slide 4 - Tekstslide
Energierijke en energiearme stoffen
* Energierijke stoffen zijn gevormd door dieren of planten
* Energiearme stoffen voor in de levenloze natuur
Slide 5 - Tekstslide
Wat is de formule van fotosynthese
Slide 6 - Open vraag
Slide 7 - Tekstslide
Vorming van energierijke stoffen
Van glucose maakt de plant:
* Suiker: Wordt via de bastvaten naar alle delen van de plant vervoerd
* Zetmeel: Wordt tijdelijk opgeslagen in de bladeren, of voor langere tijd in verdikte planten delen of in zaden
* Cellulose: Zit in celwanden van plantencellen, vooral bij houtvaten en vezels.
Slide 8 - Tekstslide
* Van glucose en nitraat (een mineraal) maakt een plant eiwitten. Het cytoplasma van de cellen en de chromosomen in de celkern bevatten veel eiwitten. Ze kunnen ook worden opgeslagen in zaden.
* Van glucose maakt een plant vetten. Bij sommige planten komen in de zaden veel vetten voor. bijv. zonnebloempitten en pinda's
Slide 9 - Tekstslide
Omzettingen van glucose in een plant
Slide 10 - Tekstslide
Bij de omzettingen van glucose in andere stoffen ontstaan energierijke stoffen. De opbouw van energierijke stoffen uit andere stoffen noem je assimilatie (assimileren is samenstellen, opbouwen)
* Alle organismen kunnen glucose en andere energierijke stoffen uit hun voedsel omzetten in andere energierijke stoffen
Slide 11 - Tekstslide
De functie van assimilatieproducten
De energierijke stoffen die bij assimilatie worden gemaakt, noem je assimilatieproducten. Organismen gebruiken deze stoffen als brandstof, bouwstof en reservestof.
Slide 12 - Tekstslide
Brandstof
Vooral glucose is een belangrijke brandstof. De glucose die niet als brandstof nodig is, wordt gebruikt voor de assimilatie van andere stoffen.
Slide 13 - Tekstslide
Bouwstoffen
Ze worden gebruikt bij de vorming van cellen en weefsels (voor opbouw en herstel). Eiwitten zijn bijvoorbeeld nodig voor de vorming van DNA en cellulose is nodig voor de vorming van celwanden.
Slide 14 - Tekstslide
Reservestoffen
Vooral zetmeel, ze worden opgeslagen voor later.
Slide 15 - Tekstslide
Wat ga je nu doen
Ga aan de slag met basisstof 3 (nog lastig? Bekijk de filmpjes in de online omgeving). We werken in stilte en alleen.
Klaar? Oefen online de flitskaarten of maak de test jezelf van basisstof 1 t/m 3