17. Thema 2, week 3 Toets
1 / 33
Lesduur is: 20 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Welk woord hoort erbij?
A
de erosie
B
ontspringen
C
de riviermonding
Slide 2 - Quizvraag
A
B
C
Slide 3 - Quizvraag
Wat past er onder de vlek?
A
de erosie
B
de oever
C
de gemengde rivier
Slide 4 - Quizvraag
Slide 5 - Tekstslide
Welk werkwoord hoort bij de omschrijving?
A
een interview afnemen
B
verfilmen
C
vastleggen
Slide 6 - Quizvraag
Welk woord past erbij?
A
inzoomen
B
de komiek
C
de doelgroep
D
het decor
Slide 7 - Quizvraag
A
B
C
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Wat betekent het onderstreepte woord?
A
aardig of vriendelijk
B
vreemd of raar
C
vrolijk of blij
Slide 10 - Quizvraag
Wat past onder de vlek?
A
compact
B
ingrijpend
C
monotoon
D
royaal
Slide 11 - Quizvraag
A
B
C
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
In de duinen staat en rode vuurtoren.
1e persoon
2e persoon
3e persoon
enkelvoud
meervoud
Slide 15 - Sleepvraag
Je at toen zelfs bloembollen
A
1e persoon EV
B
2e persoon EV
C
3e persoon EV
Slide 16 - Quizvraag
Hebben jullie wel eens slakken gegeten?
A
1e persoon meervoud
B
2e persoon meervoud
C
3e persoon meervoud
Slide 17 - Quizvraag
De kok gooit de pasta in een schaal.
A
1e persoon EV
B
2e persoon EV
C
3e persoonEV
Slide 18 - Quizvraag
Wat is de persoonsvorm
Vroeger kocht ik altijd blauwe kauwgomballen.
Slide 19 - Open vraag
Wat is het onderwerp
Vroeger kocht ik altijd blauwe kauwgomballen.
Slide 20 - Open vraag
Slide 21 - Tekstslide
De hond blafte tegen zijn baas
Slide 22 - Open vraag
Sprong Robin van die superhoge duikplank af?
Slide 23 - Open vraag
De doorn prikte in zijn been.
Slide 24 - Open vraag
Slide 25 - Tekstslide
Ik ben dol ... patat met mayonaise.
A
in
B
aan
C
op
D
voor
Slide 26 - Quizvraag
Wij genieten .... het mooie weer.
A
van
B
met
C
aan
D
onder
Slide 27 - Quizvraag
Ik zoek.................mijn nieuwe pen.
A
op
B
naar
C
met
D
door
Slide 28 - Quizvraag
Slide 29 - Tekstslide
Is dit een formele of een informele zin?
A
formele zin
B
informele zin
Slide 30 - Quizvraag
Duhh, ze appt niet terug!
A
formele zin
B
informele zin
Slide 31 - Quizvraag
Slide 32 - Tekstslide
Sleep de zinnen naar het goede vak.
formeel
informeel
Dank u allen voor uw komst.
Wat leuk dat je er bent.
Ik neem spoedig contact met u op.
Hé, ik laat het je snel weten.
