v2 herhaling werkwoordspelling klas 1

V2 Gebiedende wijs (GW)
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

V2 Gebiedende wijs (GW)

Slide 1 - Tekstslide

Deze les:

  • Eerste 25 minuten lezen in je leesboek.
  • Bespreken de eerste opdrachten van de gebiedende wijs.
  • afmaken h.1 spelling blz 37 (online mag ook).

Slide 2 - Tekstslide


Hoe schrijf je de Gebieden Wijs (GW) altijd?

Slide 3 - Open vraag


Je schrijft de ik-vorm bij: 
Kies meer antwoorden.
A
Bij de pvtt als het onderwerp 'ik' is
B
Bij de pvtt als het onderwerp 'je /jij' achter de pv staat
C
bij de pvtt als het onderwerp 'je/jij' voor de pv staat
D
bij de gebiedende wijs

Slide 4 - Quizvraag

Gebiedende wijs
Bij zinnen met een bevel (opdracht) erin kun je de gebiedende wijs gebruiken.
Geef elkaar een hand.
Stuur je oma nu dan een kaartje.
Je schrijft de gebiedende wijs als de ik-vorm tegenwoordige tijd.
Wijs aan waar Eindhoven op de kaart ligt.

Raak je vrienden niet kwijt in de drukte.
Bij een zin in de gebiedende wijs
staat geen onderwerp.
Houd je mond!

Het ontbrekende onderwerp is 'je'
je mond is lijdend voorwerp.

Slide 5 - Tekstslide


De coach zei: '(Houden)...de bal eens wat langer in de ploeg.'
Noteer vorm (GW of pvtt) en schrijf het werkwoord op de juiste wijze op.

Slide 6 - Open vraag


Wat ik nu weer gekocht hebt, dat (raden) .. je nooit.
Noteer vorm (GW of pvtt) en schrijf het werkwoord op de juiste wijze op.

Slide 7 - Open vraag


'(Vinden)..hier maar eens een mooi huisje', verzuchtte moeder.
Noteer vorm (GW of pvtt) en schrijf het werkwoord op de juiste wijze op.

Slide 8 - Open vraag


Een leeuw (verslinden)...dagelijks veel vlees, zo (melden)..de krant.
Noteer de twee persoonsvormen in de tegenwoordige tijd.

Slide 9 - Open vraag


(Verzenden)...u het pakket vandaag nog of (versturen) u het morgen pas?
Noteer de persoonsvormen in de tegenwoordige tijd.

Slide 10 - Open vraag


Het (verbazen)..ons dat hij het verkeer niet (regelen)...
Noteer de persoonsvormen in de tegenwoordige tijd.

Slide 11 - Open vraag

Zelf aan de slag:

Maak h.1 spelling (Gebieden Wijs) af
klaar: Werk verder aan Studyflow W2

Slide 12 - Tekstslide

onvoltooid deelwoord

brullend
kalmerend
gloeiend
bijvoeglijk naamwoord

kalmerend
brullend
gloeiend



Dat middeltje werkt kalmerend.
Een brullend kind is soms irritant.
Een kalmerend middel kan gevaarlijk zijn.
Brullend rende het kind weg.
Zij waren er gloeiend bij.
Met een gloeiend gezicht keek zij op.

Slide 13 - Sleepvraag

  • Maak de opdrachten van h.1 spelling (blz. 36 en verder) of online
  • Leer de theorie van spelling

Slide 14 - Tekstslide


De (aanbranden)...aardappels zijn in de vuilnisbak (belanden)..
A
vd aangebrande pvvt belandt
B
bn aangebrandde vd beland
C
bn aangebrande vd belandt
D
bn aangebrande vd beland

Slide 15 - Quizvraag


Wegens (verzachten)...omstandigheden werd de (veroordelen)..vrouw niet vastgezet.
A
bn verzachtende bn veroordeelde
B
bn verzachtende vd veroordeelde
C
od verzachtende bn veroordeelde
D
od verzachtenden vd veroordeelde

Slide 16 - Quizvraag


Vul de juiste vorm van het werkwoord in. Noteer ook de vorm!

Een (leegstaan)... huis wordt vaak gekraakt.

Slide 17 - Open vraag


Vul de juiste vorm van het werkwoord in. Noteer ook de vorm!

(Worden)...jij niet moe van deze opdracht?

Slide 18 - Open vraag


Vul de juiste vorm van het werkwoord in. Noteer ook de vorm!

De (omspitten)..tuin zag er weer keurig uit.

Slide 19 - Open vraag

huiswerk
Zie magister morgen
leren de theorie van spelling
maken de oefeningen

Slide 20 - Tekstslide