Toen ik de tv aandeed, was het programma al begonnen.
Cuando encendí (indef.) la tele, ya había comenzado (plusc.) el programa.
Toen ik naar buiten ging, had het geregend.
Cuando fui (indef.) afuera, había llovido (plusc.).
-> Meestal vertaal je de pluscuamperfecto met 'had/hadden + voltooid deelwoord'.
1. ESTUDIAR: H4, gramática C, p.79
2. PRACTICAR: ej. 28abc (p.80)
¿Terminado? Herhaal ook de andere verleden tijden, ej. 11de (p.66)
Uitlegfilmpjes staan op de volgende slides. Uitleg staat ook in libro de referencia.