Bedrijfskolom

Herhaling 
  • bedrijfskolom

Nieuw
  • bewegingen in de bedrijfskolom

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
verkoopMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Herhaling 
  • bedrijfskolom

Nieuw
  • bewegingen in de bedrijfskolom

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  1.  begrijpen en kunnen uitleggen van de belangrijkste schakels in de bedrijfskolom

  2.  begrijpen en kunnen uitleggen van bewegingen in de bedrijfskolom


                                                          Heel veel succes!

Slide 2 - Tekstslide

Leg in je eigen woorden uit wat een bedrijfskolom is.

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Tekstslide

Hoe zou de bedrijfskolom van een leren bal eruit kunnen zien?

Slide 5 - Open vraag

Wat beweegt er behalve goederen nog meer door de bedrijfskolom van de leren bal?

Slide 6 - Open vraag

Geldstroom loopt van beneden naar boven door de bedrijfskolom
Informatiestroom: naar beneden (handleidingen, reclame) én naar boven (reviews)

Slide 7 - Tekstslide

Pjotr heeft een groothandel in sportartikelen. Hij zou het fijn vinden als de bedrijfskolom wat korter was.
De bedrijfskolom is nu als volgt: boer, slachterij, leerlooierij, ballenfabriek, exporteur, importeur, groothandel, winkel van Pjotr.
Wat adviseer jij Pjotr om te doen?

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

Verticale beweging: Integratie
Pjotr die de ballen via een importeur inkoopt, kan besluiten om voortaan rechtstreeks bij de ballenfabriek in Engeland in te kopen.

Er gaat een schakel uit: bedrijfskolom wordt korter. 

 Welke economische gevolgen heeft deze actie voor Pjotr?

Slide 10 - Tekstslide

Verticale beweging: Differentiatie
Een ballenfabriek uit Polen die tot dan toe rechtstreeks aan Pjotr leverde, kan besluiten om een importeur in te schakelen.

Er komt een schakel bij: bedrijfskolom wordt langer.

Welke economische gevolgen heeft deze actie voor Pjotr?

Slide 11 - Tekstslide

Horizontale beweging: Parallellisatie
Pjotr gaat niet alleen voetballen verkopen maar ook hockeysticks. 

Er wordt een product uit een andere bedrijfskolom toegevoegd.

Bij parallellisatie moet je voorzicht zijn...WAAROM?
In het plaatje staat als voorbeeld een winkel, maar het kan elke schakel in de bedrijfskolom zijn!

Slide 12 - Tekstslide

Horizontale beweging: Specialisatie
In het plaatje staat als voorbeeld een winkel, maar het kan elke schakel in de bedrijfskolom zijn!
Pjotr gaat alleen nog hockeysticks verkopen.

Hij stoot producten uit andere bedrijfskolommen af. 

Slide 13 - Tekstslide

Vul de juiste woorden in.

Een ............. is een groep bedrijven in de gehele ............... die zich met dezelfde producten bezighouden.
Een ............... wordt gevormd door bedrijven die vergelijkbare werkzaamheden verrichten op dezelfde hoogte in een .............
A
Bedrijfskolom Bedrijfstak Branche Bedrijfskolom
B
Branche Bedrijfskolom Bedrijfstak Bedrijfskolom
C
Bedrijfstak Branche Bedrijfskolom Bedrijfskolom

Slide 14 - Quizvraag

Hoe heet het als de bedrijfskolom langer wordt doordat er schakels worden toegevoegd?
A
differentiatie
B
integratie
C
parallellisatie
D
specialisatie

Slide 15 - Quizvraag

Hoe heet het als een bedrijf zijn assortiment uitbreidt met andere productgroepen?
A
differentiatie
B
integratie
C
parallellisatie
D
specialisatie

Slide 16 - Quizvraag

Van welke beweging in de bedrijfskolom is sprake als fabrikanten direct gaan leveren aan consumenten?
A
Integratie
B
Differentiatie
C
Parallellisatie
D
Specialisatie

Slide 17 - Quizvraag

In Eindhoven werken bloemenwinkels steeds meer samen. Hierdoor kopen zij steeds vaker rechtstreeks in bij de kwekers.

Van welke beweging in de bedrijfskolom is hier sprake?
A
Integratie
B
Differentiatie
C
Parallellisatie
D
Specialisatie

Slide 18 - Quizvraag

Een fabrikant richt zich in de bedrijfskolom op één productgroep. Hoe noem je deze strategie?
A
Integratie
B
Differentiatie
C
Parallellisatie
D
Specialisatie

Slide 19 - Quizvraag

Een bedrijf kiest ervoor om een tussenhandel in te schakelen.

Van welke beweging is hier sprake?
A
Integratie
B
Differentiatie
C
Parallellisatie
D
Specialisatie

Slide 20 - Quizvraag

Ik vond dit lesonderdeel:
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll