In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Bespreek het huiswerk in tweetallen.
Klaar? Verder in je leesboek.
Log alvast in op LessonUp!
§5Hoofd- en bijzaken
deel 2
Startopdracht:
timer
5:00
Slide 1 - Tekstslide
Je hebt de stof van Lezen periode 1 herhaald.
Je kunt onderscheid maken tussen hoofd- en bijzaken in een tekst.
Je kunt bepalen wat de kernzin van een alinea is.
Lesdoelen
Slide 2 - Tekstslide
In deze les:
Hoe kun je onderscheid maken tussen hoofd- en bijzaken in een tekst (paragraaf 5)?
Opdracht 1 en 2 bespreken.
Opdracht 3 maken.
Gezamenlijk afronden.
Slide 3 - Tekstslide
Bespreken
Opdracht 1 en 2 op blz. 30-31.
Slide 4 - Tekstslide
De belangrijkste informatie in een tekst of een video noem je hoofdzaken. Wat niet zo belangrijk is, noem je een bijzaak. Een bijzaak is een toelichting (meer informatie of uitleg) of een voorbeeld.
Signaalwoorden waaraan je kunt zien dat er een toelichting of een voorbeeld volgt, zijn: zo, onder andere, dat wil zeggen, je moet daarbij denken aan, met andere woorden, neem nou, bijvoorbeeld en zoals.
Hoofd- en bijzaken
Slide 5 - Tekstslide
Zo vind je hoofdzaken:
De hoofdzaken van een tekst of video vind je vaak in de inleiding of in het slot van een tekst.
Hoofdzaken vind je ook in de kernzinnen. Vaak is de kernzin van een alinea de eerste of de laatste zin.
Slide 6 - Tekstslide
Hoofdzaken staan in een tekst vaak ... van de tekst
A
in de inleiding
B
in het middenstuk
C
in het slot
Slide 7 - Quizvraag
De kernzin (belangrijkste zin, hoofdzaak) vind je vaak in de ... zin van een alinea.
A
eerste
B
derde
C
zesde
D
laatste
Slide 8 - Quizvraag
Ben jij wel eens iets vergeten in het openbaar vervoer?
Ja
Nog nooit
Slide 9 - Poll
Slide 10 - Video
Wat doet de NS om knuffels weer terug bij hun eigenaar te krijgen?
Slide 11 - Open vraag
Hoe veel vergeten spullen komen weer terug bij de eigenaar?
Slide 12 - Open vraag
Wat is de hoofdzaak van de video?
Slide 13 - Woordweb
In tekst 3 komt een aantal lastige woorden voor. Maak de juiste combinaties.