Nederlands 1 TK en 1M Op niveau Grammatica: drie vormen van werkwoorden

Welkom!
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom!

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Deze les:
  • Bespreken/ uitleg huiswerk: Fictie en non-fictie
  • Uitleg nieuwe lesstof: werkwoorden en woordsoorten
  • Opdrachten (huiswerk) maken  Opdracht: 2 van Fictie en 6 en 7 van Grammatica
  • Bespreken van de opdrachten


Slide 3 - Tekstslide

Opdracht 2 
  • Fictie: teksten en beelden over gebeurtenissen die verzonnen zijn. Zoals in leesboeken/gedichten/strips/ musicals
  • Non-fictie: teksten en beelden over de werkelijkheid, met feiten over echte mensen. Zoals krantenberichten/ studieboeken/ journaal/ documentaires/ wikipedia

Slide 4 - Tekstslide

hoe kies je fictie
  • wie is de auteur? 
  • kijk naar de titel en de omslag
  • lees de flaptekst op de achterkant
  • lees alvast een paar pagina's
  • zoek achtergrondinformatie
  • vraag op tips van anderen
  • zoek op boeken websites
  • lees beoordelingen
  • zoek info op Op Niveau Leesapp

Slide 5 - Tekstslide

werkwoord en werkwoordsvormen
  • werkwoorden zijn de belangrijkste onderdelen van een zin. 
  • werkwoorden geven aan wat iemand doet of wat er wordt gedaan.

Slide 6 - Tekstslide

Grammatica blz. 18
lesdoel
  • 3 verschillende woordsoorten benoemen
  • werkwoordelijk gezegde benoemen
  • onderwerp van een zin benoemen
  • kennis toepassen over werkwoordsvormen, het werkwoordelijk gezegde en het onderwerp
deze week: opdr. 6 t/m 16

Slide 7 - Tekstslide

opdr. 7 tekst 2
heeft= persoonsvorm
uitgelegd= voltooid deelwoord
kunnen= persoonsvorm
waarnemen= infinitief
zien= persoonsvorm
is= persoonsvorm
verstoord= voltooid deelwoord
werkt=persoonsvorm
zullen= persoonsvorm
zien= infinitief

Slide 8 - Tekstslide

Deze les:
Bespreken/ uitleg huiswerk
Uitleg nieuwe lesstof: verschillende  werkwoordsvormen: 
  • persoonsvorm
  • infinitief (heel werkwoord)
  • voltooid deelwoord
 
Bespreken van de opdrachten

Slide 9 - Tekstslide

1a De jongen luistert alleen naar de radio.

De jongens luisteren naar de radio. 

De jongen heeft naar de radio geluisterd.




Slide 10 - Tekstslide

verschillende vormen waarin het werkwoord voorkomt. (opdr. 8 en 9)


  1. persoonsvorm
  2. infinitief (heel werkwoord)
  3. voltooid deelwoord

In de vakantie schildert Janet
In de vakantie zal Janet schilderen
In de vakantie heeft Janet geschilderd

Slide 11 - Tekstslide

Persoonsvorm ( opdr. 10 en 11)


Tijdproef: 
de persoonsvorm geeft aan in welke tijd de zin staat.
Inge bekijkt het rooster. 
Inge bekeek het rooster. 
Getalproef:
Inge en Thijmen bekijken het rooster. 
Inge en Thijmen bekeken het rooster.

Slide 12 - Tekstslide

Deze les:
  • Bespreken/ uitleg huiswerk
  • Uitleg nieuwe lesstof: werkwoordelijk gezegde/Scheidbaar samengesteld werkwoord/Onderwerp
  • Maken van de opdrachten 12-14-15-16
  • Nabespreking


Slide 13 - Tekstslide

Zinsontleding: werkwoordelijk gezegde

Opdr. 12
WWG

Het werkwoordelijk gezegde bestaat uit alle werkwoorden in de zin. 
Myron verwacht een telefoontje van Isa.
Door de storm zijn de tentstokken gebroken
De docent vraagt  mij zijn vraag te beantwoorden. 

Slide 14 - Tekstslide

Scheidbaar samengesteld werkwoord. 
(Opdr. 14)
De persoonsvorm van sommige werkwoorden kan gescheiden in de zin voorkomen.

Maikel slaat zijn bestanden om de minuut op. 
Slaat op is 1 zinsdeel. Het komt van Opslaan.
Slaat op is de persoonsvorm. Slaat op is ook het werkwoordelijk gezegde

Slide 15 - Tekstslide

Onderwerp ( opdr. 15 en 16)
Het onderwerp ( Ond) geeft aan wie of wat iets doet of wat er gebeurt. 

De blindengeleidehond loopt netjes naast zijn baasje. 
wwg: loopt
ond: ( wie loopt?): de blindengeleidehond
Het kapotte lampje is door een medewerker vervangen
wwg: is vervangen
ond: ( wat is vervangen?): Het kapotte lampje

Slide 16 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?
drie vormen van het werkwoord: pv - inf - vdw

Bij zinsontleding heb je de volgende delen van een zin geleerd: wwg -  ond 

Slide 17 - Tekstslide