inzage PV en oefenen ptc

Inzage PV
In deze lessonup krijg je de juiste vertaling zodat je je eigen proefvertaling kan checken en van je fouten kan leren. Daarnaast zie je steeds hoeveel punten er voor een stukje te halen waren en kan je dus controleren of het goed is nagekeken.

1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Inzage PV
In deze lessonup krijg je de juiste vertaling zodat je je eigen proefvertaling kan checken en van je fouten kan leren. Daarnaast zie je steeds hoeveel punten er voor een stukje te halen waren en kan je dus controleren of het goed is nagekeken.

Slide 1 - Tekstslide

Oefenen ptc
Verder oefen je met het participium zoals het in de tekst voorkwam, omdat dat het belangrijkste onderwerp is voor de toets in de proefwerkweek.
Je gaat op je eigen tempo door de lessonup heen.
De docent kan alle ingevulde antwoorden zien.

Slide 2 - Tekstslide

1. μονον οἱ νεκροι τονδε τον ποταμον διαβαινουσιν
Alleen de doden steken deze rivier over
2 punten te behalen

Veelgemaakte fouten:
- weglaten van het lidwoord bij "de doden"
- vergeten τονδε te vertalen

Slide 3 - Tekstslide

2. τί δὴ σύ οὔπω θανὼν δεῦρο ἦλθε;

Welk woord is een participium?
A
οὔπω
B
θανὼν
C
δεῦρο
D
ἦλθε

Slide 4 - Quizvraag

2. θανὼν
Van welk werkwoord komt het?
A
θανεω
B
βαινω
C
ἀποθνῃσκω
D
φαινω

Slide 5 - Quizvraag

2. θανὼν
Welk participium is het?
A
praesens
B
aoristus

Slide 6 - Quizvraag

2. θανὼν
Hoe vertaal je het dus letterlijk?
A
stervend
B
gestorven

Slide 7 - Quizvraag

2. τί δὴ σύ οὔπω θανὼν δεῦρο ἦλθε;
Is het "nog niet gestorven" zijn in tegenstelling of overeenkomst met "hierheen komen"
(=naar de onderwereld) ?
A
tegenstelling
B
overeenkomst

Slide 8 - Quizvraag

2. τί δὴ σύ οὔπω θανὼν δεῦρο ἦλθε;
Welk voegwoord past het best bij een tegenstelling?
A
omdat
B
hoewel

Slide 9 - Quizvraag

2. τί δὴ σύ οὔπω θανὼν δεῦρο ἦλθε;
(Dus) waarom ben jij hierheen gekomen,
hoewel/terwijl/ondanks dat je nog niet gestorven bent?

3 punten te behalen, waarvan 1 voor het ptc

Veelgemaakte fouten:
- θανων als "stervend" vertaald (dat zou "ἀποθνῃσκων" zijn)
- een woord overgeslagen
- ἦλθε niet als aoristus vertaald

Slide 10 - Tekstslide

3. Δείδω γάρ, ὅτι ἄδικα ἔργα δρᾶν ἐθέλεις ὑπὲρ τὸν Ἀχέροντα.
Want ik ben bang, dat jij onrechtvaardige daden wil doen aan de overzijde van de Acheron.

3 punten te behalen

Veelgemaakte fouten:
- δραν niet herkend als infinitivus
- ἐθελεις niet vertaald als jij-vorm praesens (2e ev pr.)
- ἐργα niet vertaald als meervoud

Slide 11 - Tekstslide

Welke van de veelgemaakte fouten in zin 3 heb jij gemaakt?
A
δραν niet herkend als infinitivus
B
ἐθελεις niet vertaald als 2e ev pr.
C
ἐργα niet vertaald als meervoud
D
geen van alle

Slide 12 - Quizvraag

Hoe komt het dat je in zin 3 een fout gemaakt hebt?
A
slordigheid
B
ik ken de rijtjes niet goed genoeg
C
niet logisch naar de zin en het verhaal gekeken
D
ik kon de woorden niet vinden

Slide 13 - Quizvraag

4. Ὁ δ᾽ Ἡρακλῆς εἶπεν· «Ἥμαρτες καὶ μάτην ἐδεισες.
(en) Herakles zei: "Jij vergist je en je vreesde tevergeefs."

2 punten te behalen


Slide 14 - Tekstslide

Zin 5 bestond uit twee zinsdelen, zie hieronder
Αὐτὸς γὰρ ὁ Ἅιδης ἐᾷ με τὸν Κέρβερον ἀναγαγεῖν μέχρι τοῦ φωτός, 3p
ἐπεὶ ὁ Εὐρυσθεύς ἐκέλευσέ με τὸ ἔργον ἐκεῖνο. 2p

Want Hades zelf staat mij toe Kerberos naar boven mee te nemen tot aan het licht (3p), aangezien Eurystheus mij die taak had bevolen (2p).

Veel mensen hebben in deze zin niet alle woorden vertaald. Noteer in de volgende slide welke woorden je niet hebt vertaald en hoe die wel vertaald moeten worden.


Slide 15 - Tekstslide

Noteer welke woorden uit r. 5 je niet hebt vertaald en hoe die wel vertaald moeten worden. VB: με = mij

Slide 16 - Woordweb

6. Σὺ οὖν ἀδυνατὸς εἶ κωλύειν τοῦτο
Jij bent dus niet in staat dit tegen te houden.

Meest gemaakte fout:
εἰ als "als/indien" vertaald


Slide 17 - Tekstslide

Hoe kan je die meest gemaakte fout verkomen? (dus εἰ = jij bent, ipv "als")

Slide 18 - Open vraag

7. Ἀλλ᾽ ἐγώ, φήνας τῷ Εὐρυσθεῖ τὸν κύνα τὸν τρεῖς κεφαλὰς ἔχοντα (3p), ὡς τάχιστα μέλλω ἀναφέρειν αὐτὸν (2p).
Veel punten te behalen! 

Er kwamen dan ook participia in voor, dus hier volgen weer een aantal vragen.

Slide 19 - Tekstslide

φήνας is een participium
Van welk werkwoord?

Slide 20 - Open vraag

In welke naamval staat φήνας?
A
nominativus
B
genitivus
C
dativus
D
accusativus

Slide 21 - Quizvraag

Volgens welk rijtje gaat φήνας?
A
ὠν, ὀντος
B
πας, παντος
C
ἡδυς, ἡδεια, ἡδυν
D
ἀγαθος, -η, -ον

Slide 22 - Quizvraag

Welke tijd ptc is φήνας?
A
ptc pr
B
ptc aor

Slide 23 - Quizvraag

φήνας komt van φαινω
Wat voor type aoristus-stam is dat?
A
sigm aor
B
pseudo-sigm aor
C
them aor
D
stam aor

Slide 24 - Quizvraag

φήνας is dus een ptc aor

Welk voegwoord mag je daarbij toevoegen als het predicatief gebruikt is?
A
terwijl
B
nadat
C
dat
D
omdat

Slide 25 - Quizvraag

7. Ἀλλ᾽ ἐγώ, φήνας τῷ Εὐρυσθεῖ τὸν κύνα τὸν τρεῖς κεφαλὰς ἔχοντα (3p), ὡς τάχιστα μέλλω ἀναφέρειν αὐτὸν (2p).
Veel punten te behalen! 

Voor dit stukje 2 punten:
Maar ik, nadat ik de hond aan Eurystheus had getoond

Slide 26 - Tekstslide

ἔχοντα is ook een participium.

Welke benoeming is juist?
A
ptc. aor. nom.ev.onz.
B
ptc. pr. acc.ev.mnl.
C
ptc.pr. nom.mv.onz.
D
ptc.aor. acc.ev.onz.

Slide 27 - Quizvraag

Hij stond als volgt in de zin:
τὸν κύνα τὸν τρεῖς κεφαλὰς ἔχοντα
Hoe is het ptc gebruikt?

A
bijvoeglijk
B
predicatief

Slide 28 - Quizvraag

Welk voegwoord mag je altijd toevoegen bij een ptc.pr. dat predicatief gebruikt is?

A
omdat
B
hoewel
C
terwijl
D
die/dat

Slide 29 - Quizvraag

7. Ἀλλ᾽ ἐγώ, φήνας τῷ Εὐρυσθεῖ τὸν κύνα τὸν τρεῖς κεφαλὰς ἔχοντα (3p), ὡς τάχιστα μέλλω ἀναφέρειν αὐτὸν (2p).
Veel punten te behalen! 

Voor dit stukje 3 punten:
Maar ik, nadat ik de hond, die drie koppen had/heeft, aan Eurystheus had getoond

LET OP: omdat het ptc pr is, moet de tijd in de bijzin AANGEPAST worden aan de hoofdzin, dus ook verleden tijd. Het moet wel onvoltooid blijven dus je moet dan kiezen voor de vertaling die normaal bij impf past. 

Slide 30 - Tekstslide

7. Ἀλλ᾽ ἐγώ, φήνας τῷ Εὐρυσθεῖ τὸν κύνα τὸν τρεῖς κεφαλὰς ἔχοντα (3p), ὡς τάχιστα μέλλω ἀναφέρειν αὐτὸν (2p).
Dan het laatste stukje er nog bij: 

Maar ik, nadat ik de hond, die drie koppen had/heeft, aan Eurystheus had getoond,
ben ik van plan/zal ik hem zo snel mogelijk terug te brengen. (2p)


Slide 31 - Tekstslide

8. Τοῦτο γὰρ καθωμολόγησα τῷ θεῷ τῷ τῶν ψυχῶν ἄρχοντι.». 
3 punten te behalen, waarvan 1 voor het participium.

Want dit heb ik beloofd aan de god (2p) τῷ τῶν ψυχῶν ἄρχοντι. (1p)

Slide 32 - Tekstslide

τῷ θεῷ τῷ τῶν ψυχῶν ἄρχοντι

bijvoeglijk of predicatief?
A
bijv.
B
pred.

Slide 33 - Quizvraag

τῷ θεῷ τῷ τῶν ψυχῶν ἄρχοντι

praesens of aoristus?
A
pr
B
aor

Slide 34 - Quizvraag

8. Τοῦτο γὰρ καθωμολόγησα τῷ θεῷ τῷ τῶν ψυχῶν ἄρχοντι.». 
3 punten te behalen, waarvan 1 voor het participium.

Want dit heb ik beloofd aan de god (2p) die heerst over de schimmen. (1p)

ἀρχω + gen, vandaar dat τῶν ψυχῶν genitivus is
omdat het een blijvend waarheid is (de definitie van wie Hades is) hoef je de werkwoordstijd niet te veranderen in imperfectum

Slide 35 - Tekstslide