Code+ deel 3, hoofdstuk 11, taak 1

• NT2
• MBO
• Studiejaar 4

Code+ deel 3, hoofdstuk 11, taak 1

Zijn lieve woorden ........................ heel veel voor mij.

1. schoppen
2. betekenen
3. vreugde
4. bewondering

Toen de leerlingen hoorde dat de toets niet doorging waren ze .................

1. opgelucht
2. tegenstander
3. aanmoedigen
4. blijdschap

Mijn buurvrouw heeft een ongeluk gehad en ................... loopt ze slecht.

1. zodra
2. presteert
3. sindsdien
4. verliest

De Nijmeegse Vierdaagse lopen is een ....................... prestatie.

1. kampioen
2. finale
3. blessure
4. sportieve

Pieter stopte met roken ................... zijn vriendin zwanger was.

1. zodra
2. typisch
3. sindsdien
4. beloning

Tijdens de Nijmeegse Vierdaagse vielen veel mensen flauw door de ....................

1. hitte
2. finale
3. verdriet
4. aanmoedigen

In de meeste hotels is geen kamer 13, omdat ..................... mensen denken dat daar ongelukken gebeuren.

1. bijgelovig
2. bijngelovige
3. bijgeloovige
4. bijgelovige

De ...................... van FC Utrecht gingen de ...................... te lijf.

1. supporters, vechtpartij
2. supporters, tegenstanders
3. tegenstanders, schoppen
4. tegenstanders, stadion

Ajax heeft nog nooit zo veel wedstrijden ..................

1. verliezen
2. verloorden
3. verliesden
4. verloren

De schade van de storm kan oplopen ........................ 45 miljoen euro.

De docent houdt haar ...................... de gaten.

De dirigent geeft het tempo .................. tevoren duidelijk aan.

Het en Dat

Ben je geslaagd? ....................... hoop ik van harte!

1. Dat
2. Het

Ben je gezakt? Wij hopen .................. niet!

1. het
2. dat

Geloof je .................... nu echt?

Liza gaat trouwen! Ik hoorde .................. van mijn zus.

Alle vliegtuigen hebben vertraging. ................... kan toch niet!

De cursisten hebben .................. heel druk.