Herhaling reactievergelijkingen kloppend maken

Tijdens deze les:
Herhaal je hoe je een reactievergelijking kloppend moet maken.
Herhaal je hoe je een reactievergelijking moet opstellen.
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Tijdens deze les:
Herhaal je hoe je een reactievergelijking kloppend moet maken.
Herhaal je hoe je een reactievergelijking moet opstellen.

Slide 1 - Tekstslide

Reactie.
Je herkent een chemische reactie zo:
Voor de reactie heb je andere beginstoffen dan er na.
Je kan het proces niet terug draaien.

Slide 2 - Tekstslide

Reactieschema.
We kunnen zo'n reactie opschrijven in een reactieschema. Dit zie je op de volgende slide.

Slide 3 - Tekstslide

Reactieschema.
Water reageert met natrium. Hierbij ontstaan waterstofgas en opgelost natriumhydroxide. Dit is het reactieschema:
Natrium (s) + water (l) --> natriumhydroxide (aq) + waterstof (g)
            Beginstoffen                                        Reactieproducten                       

Slide 4 - Tekstslide

Reactievergelijking.
Wanneer je van een reactieschema naar een reactievergelijking gaat doe je dat zo. Je vervangt de woorden door de molecuulformules. Een aantal die je moet leren staan in je boek (paragraaf 5.3).

Slide 5 - Tekstslide

Natrium (s) + water (l) --> natriumhydroxide (aq) + waterstof (g)
Natrium = Na (de afkortingen moet je kennen)
Water = H2O (die moet je leren)
Waterstof = H2 ( moet je leren)
Natriumhydroxide = NaOH (Die krijg je in de opgave)

Slide 6 - Tekstslide

Dit woord dan de reactievergelijking:
Na (s) + H2O (l)  --> NaOH (aq) + H2 (g) 

Slide 7 - Tekstslide

Kloppend maken.
Na (s) + H2O (l) --> NaOH (aq) + H2 (g) 
Als je naar deze vergelijking kijkt, zie je iets raars. 

Slide 8 - Tekstslide

Hoeveel H atomen heb je voor de reactie?

Slide 9 - Open vraag

Hoeveel H atomen heb je na de reactie?

Slide 10 - Open vraag

DIT KAN NIET!
Dit zou betekenen dat er uit het niets een atoom is ontstaan. Dit is een soort toveren.

Slide 11 - Tekstslide

Bij het kloppend maken zorg je ervoor dat je elk atoom even vaak links van de pijl als rechts van de pijl hebt.

Slide 12 - Tekstslide

Dit doe je zo:
Regel 1: Je mag nooit de index veranderen! Dat zie je hieronder!
Na (s) + H3O (l) --> NaOH (aq) + H2 (g) FOUT!
Regel 2: Je mag de coëfficiënten zo vaak veranderen als je wil.
2 Na (s) + 2 H2O (l) --> 2 NaOH (aq) + H2 (g) GOED!

Slide 13 - Tekstslide

2 Na (s) + 2 H2O (l) --> 2 NaOH (aq) + H2 (g) GOED!
Je hebt nu 2 Na atomen links en 2 rechts.
Je hebt nu 4H atomen links en 4 H atomen rechts.
Je hebt nu 2 O atomen links en 2 O atomen rechts.

Slide 14 - Tekstslide

Maak kloppend.
Na + Cl2 --> NaCl
O2 --> O3
Antwoorden staan op de volgende slide.

Slide 15 - Tekstslide

2 Na + Cl2 --> 2 NaCl
3 O2 --> 2 O3

Slide 16 - Tekstslide

Probeer ook deze:
Fe2O3 + C --> CO2 + Fe

Slide 17 - Tekstslide

Antwoord.
2 Fe2O3 + 3 C -->  3 CO2 +  4 Fe

Slide 18 - Tekstslide

Einde.

Slide 19 - Tekstslide