LS 7 maart 2023

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Lees de tekst in Teams:
Inbreuk privacy of is het nog erger

Teams -> Lesmateriaal -> Nederlands
Argumenten herkennen 
Tekst 2: Inbreuk privacy

Wat is het belangrijkste doel van de auteur?

1. Hij wil ons informeren over de voordelen en nadelen van nieuwe technologische ontwikkelingen.
2. Hij wil ons overtuigen van het belang om kritisch te staan tegenover nieuwe technologische ontwikkelingen.
3. Hij wil ervoor waarschuwen dat door nieuwe technologieën de aansprakelijkheid van burgers bij privacy-schending groter wordt.

Wat is het verband tussen de eerste zin van alinea 1 en de volgende twee zinnen?

De volgende twee zinnen

1. zijn een gevolg van de eerste zin.
2. zijn een tegenstelling met de eerste zin.
3. zijn een toelichting op de eerste zin.

In alinea 2 staat: "Allerlei technologische ontwikkelingen hebben één ding met elkaar gemeen: ze brengen mens en machine ongekend dicht bij elkaar."

Welk voordeel van deze ontwikkelingen noemt de schrijver in alinea 2?

De nieuwe technologie kan gebruikt worden om

1. een betere begeleiding te geven bij ziektes.
2. informatie over onze voorkeuren, fitheid en gevoelens verzamelen.
3. ons koopgedrag doelgericht stimuleren.

In alinea 2 staat: "We komen met nieuwe technologieën dicht bij of zelfs in ons lichaam."

Welke in de tekst genoemde apps en technologieën zijn het duidelijkste voorbeeld van deze nieuwe technologieën?

1. de door Nest Labs ontwikkelde thermostaten die zichzelf leren een huis optimaal te verwarmen.
2. de met een sensor en Apple-app uitgeruste hardloopschoenen van Nike.
3. de via wifi-tracking gevolgde mobieltjes waarmee winkelende klanten gevolgd worden.

In alinea 5 geeft de auteur een voorbeeld van een hardloper.

Bij welke bewering is dit voorbeeld een argument?

1. "Allerlei technologische ontwikkelen ... dicht bij elkaar." (alinea 2)
2. "Het gevaar bestaat ... of niet snappen." (alinea 3)
3. "Het is niet ... of een hypotheekverstrekker."(alinea 5)

Wat is het verband tussen alinea 3, 4 en 5.

1. Alinea 3, 4 en 5 geven een opsomming van risico's.
2. Alinea 4 en 5 geven een voorbeeld van de in alinea 3 genoemde risico's.
3. Alinea 5 geeft een toelichting op de in alinea 3 en 4 genoemde risico's.

In alinea 6 staat: "Willen we wel als grondstof bejegend worden?"

Welke vraag vervangt deze zin op deze plaats het best?

1. Willen we wel bestookt worden met gerichte commercials?
2. Willen we wel dat onze gegevens gebruikt worden om geld te verdienen?
3. Willen we wel dat onze intieme gegevens vastgelegd worden?

Boven alinea 6 en 7 staat het volgende kopje: "Persoonsgegevens zijn goud waard".

Welk argument uit alinea 8 tot en met 13 ondersteunt deze bewering het best?

1. Het is bekend dat bedrijven steeds intiemere persoonsgegevens willen verzamelen.
2. Het is bekend dat bedrijven veel over hebben voor persoonsgegevens.
3. Het is bekend dat criminelen onze persoonsgegevens op internet te koop aanbieden.

In alinea 9 staat dat de burger weinig risico loopt bij misbruik van persoonsgegevens, gericht op financieel gewin door criminaliteit.

Uit welke zin uit alinea 9 en 10 blijkt het best dat dit risico gering is?

1. "Het zijn de ... naar de slachtoffers. "
2. "Alsof ze niet ... aanbiedt voor 4-5 euro."
3. "Er valt relatief ... een groot risico."

Welke functies heeft de laatste alinea (alinea 13)?

De laatste alinea bevat

1. een conclusie en een aanbeveling.
2. een samenvatting en een aanbeveling.
3. een samenvatting en een conclusie.

In het eerste deel van de tekst citeert de auteur regelmatig Rini van Est.

Wat is de functie van het aanhalen van deze citaten?
De auteur gebruikt deze

1. om de aandacht te vestigen op het artikel van Van Est.
2. om het onderwerp van de tekst te illustreren.
3. om zijn eigen betoog te onderbouwen.

Wat heb je vandaag geleerd?
En wat wil je nog leren voor het examen Lezen en luisteren?