Feiten mening argument 2024

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Wat doen we vandaag?

1. Lezen 

2. Boek van de maand

3. Toetsreflectie

4. Afsluiting

Wat leer/doe je deze les?

1. Je bent weer verder in je leesboek.

2. Je weet wat BVDM is en je doet eventueel mee.

3. Je reflecteert op je toets: je krijgt een beeld van wat goed ging en wat beter kan.

Leesvaardigheid

1. Paragraaf 4&5 van Meer dan lezen.

2. Boek en schrift nodig!

3. Afsluiting: leestoets telt 2x mee

Toets: dinsdag 11 juni

                         Leesvaardigheid h. 4, 5, 6

Nieuwe doelen                            Dit kun je al

1. Feiten, meningen en argumenten in tekst herkennen.
   
2. Hoofd- en bijzaken kunnen onderscheiden in een tekst.

1. Onderwerp van de tekst herkennen en benoemen.
   
2. Hoofdgedachte herkennen en benoemen.
   
3. Leesstrategieën toepassen.
   
4. Tussentitels bedenken.
   
5. Kernzin in een alinea herkennen.
   
6. Tekstverbanden en signaalwoorden herkennen.

???????

1. Je laatste proefwerkcijfer.

2. Leukste vak op school.

3. Aantal gezinsleden.

4. Beste serie/game/boek.

5. 18x3=

6. Hoe laat je vandaag vrij bent.

7. Wat betekent een dag zonder je telefoon voor jou?

1. Feit
   
2. Mening
   
3. Feit
   
4. Mening
   
5. Feit
   
6. Feit
   
7. Mening
   

Aan de slag!

Maak opdracht 1 van blz. 26 samen of alleen!

Klaar? 

Lees de groene theorie op blz. 26 door

Aan de slag!

Maak opdracht 2 en 4 van blz. 26/27/28.

Kies: samen of alleen!

Vooraf

Als je naar de titels van de teksten kijkt, waar gaan ze dan over denk je?

Tekst 1: Reguleer schermtijd TikTok voor jongere

Tekst 2: Een beeldscherm ondermijnt de wilskracht

Tijdens het lezen

Markeer moeilijke woorden (zie bord), schrijf ze in je schrift met de betekenis erachter (woordenboek online gebruiken).  

Aan de slag

1. Maak de vragen bij tekst 1 en overleg steeds in je groepje over de mogelijke antwoorden. Let op: iedereen schrijft eigen antwoorden op.

We bespreken de antwoorden na ongeveer 10 minuten.

Aan de slag

Wat? Proeftoets maken

Hoe? Met jezelf en eventueel je boek (groene theorie)

Wat daarna? Kies een opdracht van H4-6 naar keuze om extra te oefenen.

We kijken de tekst samen na.

Wat leer je deze les?

Je leert feiten, meningen en argumenten in een tekst herkennen.

- Je weet wat een feit is

- Je weet wat een mening is

- Je weet wat een argument is

Een feit kun je controleren.

1. waar
2. niet waar

Controleerbaar feit?
Ik heb gehoord dat we morgen na het vijfde uur vrij zijn.

1. Ja
2. Nee

Controleerbaar feit?
Max Verstappen heeft de Grand Prix in Spanje gewonnen.

1. Ja
2. Nee

Feit of mening?
Hij praat heel snel.

1. mening
2. feit

Feit of mening?
Uit onderzoek blijkt dat sporten gezond is.

1. feit
2. mening

Aan de signaalwoorden
'ik vind, volgens mij, lijkt mij'
herken je

1. een argument
2. een feit
3. een mening

Ik vind het nieuwe boek van Mirjam Mous heel spannend.

1. mening
2. feit

Omdat ik aan het eind van ieder hoofdstuk wilde weten hoe het afliep.

1. feit
2. mening
3. argument

Een mening herken je aan signaalwoorden: want, omdat, namelijk, immers.

1. waar
2. niet waar

Volgende les

Leesboek mee

Boek + schrift mee

Nulmeting maken (leestoets van havo 1)