LLT - didactische werkvormen
1 / 17
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat zijn didactische werkvormen?
A
Manieren van organiseren in je les.
B
Manieren van organiseren van je zaal, en evenementen.
C
Manieren om leren zo te organiseren, dat deelnemers zoveel mogelijk leren.
D
Manieren om deelnemers zoveel mogelijk te leren.
Slide 2 - Quizvraag
Een activiteit (actie) van de lesgever zorgt voor een activiteit (reactie) van de deelnemers.
Vrij werken, werken in groepen, werken in een vaste volgorde, klassikaal werken zijn organisatievormen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 3 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Opdrachtvorm, instructievorm, instructievoorbeeld, vraagvorm of vraaggesprek, vorm van zelfontdekking en coachvorm
A
Slide 4 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is een opdrachtvorm?
A
B
C
Opdracht zonder aanwijzingen en instructie
Slide 5 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Stelling 1: Instructievorm is een wijze van aanbieden bij werken in groepen.
Stelling 2: Instructievoorbeeld = duidelijk maken wat de deelnemers moeten doen.
Stelling 2: Instructievoorbeeld = duidelijk maken wat de deelnemers moeten doen.
A
Stelling 1 & 2 zijn juist
B
Stelling 1 is juist. Stelling 2 is niet juist.
C
Stelling 1 is niet juist. Stelling 2 is juist.
D
Stelling 1 & 2 zijn niet juist.
Slide 6 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Er zijn twee manieren van instructie geven, namelijk:
A
Opdrachtvoorbeeld
B
C
D
Instructievoorbeeld
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Opdrachtvoorbeeld =
A
Aanwijzingen over de wijze van uitvoering
B
Duidelijk maken wat de deelnemers moeten doen.
Slide 8 - Quizvraag
Vertellen wat ze moeten doen
Instructievoorbeeld =
A
Aanwijzingen over de wijze van uitvoering
B
Duidelijk maken wat de deelnemers moeten doen.
Slide 9 - Quizvraag
Een instructie laten zien hoe je het uit moet voeren
De keuze van een didactische werkvorm hangt af van de:
A
Beginsituatie
B
Doelstellingen
C
Bewegingsvormen
Slide 10 - Quizvraag
Beginsituatie
Randvoorwaarden
Deelnemers (leeftijd, zelfstandigheid, aantal)
Doelstellingen
Motorisch (gesloten)
Cognitief (open)
Sociaal-affectief (open)
Bewegingsvormen
Risico, gevaar
Concentratie
Bij een vraagvorm of vraaggesprek..
A
Vraag je hoe de dag van de deelnemers was
B
Vraag je feedback van de deelnemers
C
Ga je in een kring zetten en met elkaar kletsen
D
Laat je de deelnemers actief nadenken + zijn ze betrokken
Slide 11 - Quizvraag
Vraagvorm of vraaggesprek = actief nadenken + betrokken deelnemers
Tijdens de coachvorm..
A
Leer je de deelnemers tactische vaardigheden aan
B
Leer je de deelnemers technische vaardigheden aan
C
Leer je de deelnemers cognitieve vaardigheden aan
D
Leer je de deelnemers coachen
Slide 12 - Quizvraag
Feedforward of feedback
Slide 13 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Open didactische werkvormen =
A
lesgever begeleid + deelnemer werken op eigen niveau, in hun eigen tempo en naar hun eigen interesse.
B
lesgever bepaald
Slide 14 - Quizvraag
Open werkvorm = deelnemer moet zijn eigen leerweg vinden. Werken volgens de weg van de geleidelijkheid, waarbij fouten maken mag.
Gesloten didactische werkvormen =
A
lesgever begeleid + deelnemer werken op eigen niveau, in hun eigen tempo en naar hun eigen interesse.
B
lesgever bepaald
Slide 15 - Quizvraag
Gesloten werkvorm = zo snel mogelijk bereiken van het gestelde doel.
Slide 16 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat zijn didactische hulpmiddelen?
A
Middelen die de deelnemers helpen iets te kunnen.
B
Middelen die de lesgever koopt in de sportwinkel
C
Middelen die de lesgever kan gebruiken om de gehanteerde didactische werkvorm te ondersteunen.
D
Middelen die de lesgever helpen het doel te bereiken
Slide 17 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
