2hv - Les 9 P1 - Modale ww

   Deutsch!    

2hv
Les 9 P1
Gutentag!
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

   Deutsch!    

2hv
Les 9 P1
Gutentag!

Slide 1 - Tekstslide

Heute
Voorbereiding voor les 8:

maken: Schritt 8

Verwerkingsopdrachten na les 8:
maken: Schritt 9








Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Es tut weh.
A
Het spijt me.
B
Het doet pijn.

Slide 4 - Quizvraag

das Fieber

Slide 5 - Open vraag

der Körper

Slide 6 - Open vraag

schlimm

Slide 7 - Open vraag

die Kopfschmerzen

Slide 8 - Open vraag

de ziektes - die ...

Slide 9 - Open vraag

de arts - der ...

Slide 10 - Open vraag

de artsen

Slide 11 - Open vraag

de tand - der ...

Slide 12 - Open vraag

de tanden

Slide 13 - Open vraag

het been - das ...

Slide 14 - Open vraag

de benen

Slide 15 - Open vraag

Leerhack
mannelijke woorden krijgen vaak in de meervoudsvorm....

vrouwelijke woorden krijgen vaak in de meervoudsvorm ...

onzijdige woorden krijgen vaak in de meervoudsvorm ... 

Slide 16 - Tekstslide

Leerhack
mannelijke woorden krijgen vaak in de meervoudsvorm....
woord + umlaut + e                                                     Zähne / Ärzte / Füße
alleen lidwoord verandert                                        Kugelschreiber / Koffer

vrouwelijke woorden krijgen vaak in de meervoudsvorm ...
woord + n                                                                 Krankheiten / Sprechstunden

onzijdige woorden krijgen vaak in de meervoudsvorm ... 
woord + e                                                                           Beine / Medikamente

Slide 17 - Tekstslide

Ausnahmen
!@%&^$%

Slide 18 - Woordweb

Modalverben auf Deutsch:

Slide 19 - Tekstslide

Wat betekent het modale ww in deze zin: Ich soll meine Hausaufgaben machen!
A
moet
B
zal
C
will
D
kan

Slide 20 - Quizvraag

Wat betekent het modale ww in deze zin: Darf ich hier sitzen?
A
moet
B
kunt
C
mag
D
zult

Slide 21 - Quizvraag

Wat betekent het modale ww in deze zin: Ich mag keinen Ziegekäse.
A
mag
B
aardig vinden, lusten
C
moet
D
willen

Slide 22 - Quizvraag

Wat betekent het modale ww:
Ich weiß nicht was ich machen werde.
A
wil
B
moet
C
kan
D
weet

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Du ... deine Zimmer aufräumen!
A
sollst
B
musst

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Lusten jullie koffie?
... ihr Kaffee?
A
mochtet
B
mögt
C
magt
D
mögen

Slide 30 - Quizvraag

Ik weet niet hoe hij heet.
Ich ... nicht wie es heißt.
A
weiße
B
wisse
C
weiß
D
wiss

Slide 31 - Quizvraag

Wil jij iets vragen?
... du etwas fragen?
A
Willst
B
Wilst
C
Wollst
D
Wolst

Slide 32 - Quizvraag

Jij mag hier nicht komen.
Du ... hier nicht kommen.
A
magst
B
mögst
C
dürfst
D
darfst

Slide 33 - Quizvraag

Jij kunt niet zwemmen.
Du ... hier nicht schwimmen.
A
magst
B
mögst
C
kannst
D
darfst

Slide 34 - Quizvraag

David wil niet dansen.
David ... nicht tanzen.
A
will
B
wolle
C
wille
D
wollt

Slide 35 - Quizvraag

Ik weet het antwoord nooit.
Ich ... die Antwort nie.
A
wisse
B
wiss
C
weiß
D
weiße

Slide 36 - Quizvraag

Slide 37 - Tekstslide