ROUS Marktgedrag 1.14 t/m 1.19

Welkom
5 vwo ECONOMIE  ||  2023-2024
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Welkom
5 vwo ECONOMIE  ||  2023-2024

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Vorige les
  • Lesdoelen
  • Aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

TO = - 0,25q2 + 50q
MO = ...?
A
-0,5q + 50q
B
-0,5q2 + 50
C
-0,5q + 50
D
-0,25q + 50

Slide 3 - Quizvraag

MK=2q. MO=80.
TO=80q. TK= q2 + 625.
Bereken de maximale winst
A
q=40 TW=975
B
q=40 TW=3.200
C
q=40 TW=2.225
D
q=75 TW=0

Slide 4 - Quizvraag

Toetreders markt
Bedrijven blijven toetreden als er winst te behalen valt.
  • Dus als de marktprijs boven de kostprijs ligt.
  • Hoge winst zorgt voor een lage toetredingsbarière.
Aantal aanbieders neemt toe
  • De collectieve aanbodlijn verschuift naar rechts. 
  • Toetreding blijft doorgaan tot de winstmarge nul is en de winst is verdwenen. 
  • Lange termijn P zal gelijk zijn aan GTK.

Slide 5 - Tekstslide

Volkomen concurrentie
Regel --> P = MO = GO

Slide 6 - Tekstslide

P = MO = GO
Voorbeeld: product met een verkoopprijs van € 10

Slide 7 - Tekstslide

Prijselasticiteit

Slide 8 - Tekstslide

Prijselasticiteit

Slide 9 - Tekstslide

Elastisch

Iets is (prijs)elastisch als de vraag sterk  reageert op een verandering van de prijs (luxe goederen).


Als de prijs met bijvoorbeeld 1% stijgt, zal de gevraagde hoeveelheid met meer dan 1% dalen.



Slide 10 - Tekstslide

Inelastisch

Iets is (prijs)inelastisch als de vraag niet sterk  reageert op een verandering van de prijs.

Als de prijs met bijvoorbeeld 1% stijgt, zal de gevraagde hoeveelheid met minder dan 1% dalen.


Slide 11 - Tekstslide

Dynamiek
In de economie analyseren we veranderingen stap voor stap. 
We gaan er vanuit dat alle andere factoren constant blijven.
  • Ceteris paribus.

Slide 12 - Tekstslide


Wat betekent een prijselasticiteit van -1,5%
A
Als de prijs met 1% wordt verhoogd, komen er 1,5% meer klanten bij.
B
Als de prijs met 1% wordt verlaagd, vertrekken 1,5% van de klanten.
C
Als de prijs met 1% wordt verhoogt, vertrekken er 1,5% van de klanten.
D
Als de prijs met 1% wordt verlaagd, komen er 1,5% meer klanten bij.

Slide 13 - Quizvraag

Een product met een prijselasticiteit van - 0.5 is...
A
inelastisch
B
elastisch
C
volkomen inelastisch
D
volkomen elastisch

Slide 14 - Quizvraag

Prijselasticiteit is -0,5.
Dit betekent dat...
A
Als P -10%, dan Qv +5%
B
Als P +10%, dan Qv +5%
C
Als p met 10 stijgt, Qv met 5 stijgt
D
Als Qv met 10% moet stijgen, prijs met 5% moet dalen

Slide 15 - Quizvraag

Bladzijde 15 -> belangrijk.
Verandering productiekosten --> nieuw evenwicht --> door stijging mk --> verandert de individuele aanbodfunctie (bij dezelfde prijs wordt de winstmarge kleiner) --> aanbieder willen minder leveren.
  • Als een kostenstijging voor alle aanbieders geldt, dan verandert de collectieve aanbodlijn. 

Slide 16 - Tekstslide

Individuele aanbodfunctie 
  • Laat zien welke hoeveelheden een aanbieder wil aanbieden bij elke prijs. 
  • Valt samen met de MK-functie.
  • Start boven de GVK-lijn, omdat je op korte termijn in elk geval je variabele kosten wil terugverdienen als producent. P > GVK en dan blijft de aanbieder aanbieden, ook al is er misschien wel verlies. Op lange termijn ook de constante kosten dekken.
  • Mk-functie start met MK =
  • Individuele aanbodfunctie start met Qa = 

Slide 17 - Tekstslide

Aan het werk
Maken t/m 1.19
Nakijken
  • Wat heb je goed gedaan?
  • Wat kun je beter doen?
Lees de tekst
  • Onderstrepen
  • Samenvatten

Slide 18 - Tekstslide