Beeldspraak (1) havo 4

"Dom schaap!"
"Gebruik eens 
een leuker beeld!"
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

"Dom schaap!"
"Gebruik eens 
een leuker beeld!"

Slide 1 - Tekstslide

Beeldspraak (1)
  • vergelijking met een verbindingswoord (zoals 'als' of 'van')
    vergelijking zonder verbindingswoord
  • metafoor
  • personificatie
  • synesthesie

Slide 2 - Tekstslide

Vergelijking (met en zonder 'als' of 'van')
Een vergelijking zet een object naast een beeld. Het object is dat waar men naar verwijst, en het beeld is dat wat men van iemand vindt, dat wat men bij iemand vindt passen.

Zij is een dijk van een wijf.
              (beeld)      (object)
Mijn vader is zo doof als een kwartel.
(object)               (object)            (beeld)

Slide 3 - Tekstslide

Metafoor
Bij een metafoor wordt alleen het beeld genoemd. Dat wat er mee bedoeld is, dat is meestal wel duidelijk. De hele betekenis zit 'erachter'.

De appel valt niet ver van de boom. (Kinderen lijken op hun ouders.)
  
De koning van de jungle at per dag een gnoe en een zebra.                                                     

Slide 4 - Tekstslide

Personificatie
Bij een personificatie 'doet' een levenloos ding iets wat alleen mensen kunnen. (Als het levenloze ding iets doet (of heeft) wat dieren kunnen, dan noem je dat officieel een animalisatie.)

De wind fluisterde jouw naam.
De tijd kroop vooruit.
Een stoel heeft vier poten.

Slide 5 - Tekstslide

Synesthesie
Bij synesthesie worden indrukken van zintuigen naast elkaar gezet, die eigenlijk niet bij elkaar passen. Toch zijn ze meestal wel heel duidelijk en geven ze extra betekenis aan wat men wil zeggen.

sprekende kleuren (gehoor en zicht) 
scherpe geur (tast en reuk)

Slide 6 - Tekstslide

Snap je het?

Slide 7 - Tekstslide

Yay heeft warme gevoelens voor Pim.

A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
synesthesie

Slide 8 - Quizvraag

Papier is geduldig.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
synesthesie

Slide 9 - Quizvraag

Je kamer lijkt wel een zwijnenstal!
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
synesthesie

Slide 10 - Quizvraag

De muren zijn kil blauw geverfd.

A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
synesthesie

Slide 11 - Quizvraag

'Je praat als een kip zonder kop.'
A
Metafoor
B
Personificatie
C
Vergelijking
D
synesthesie

Slide 12 - Quizvraag

Het is bitter koud deze winter.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
synesthesie

Slide 13 - Quizvraag

Karel, een echte angsthaas, was snel weg.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
synesthesie

Slide 14 - Quizvraag

Tijdens de storm stoeide de wind met de bladeren.
A
metafoor
B
synesthesie
C
personificatie
D
vergelijking

Slide 15 - Quizvraag

Wat een wolk van een baby heeft dat jonge stel.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
synesthesie

Slide 16 - Quizvraag

Als verdwaalde schapen liepen ze door de onbekende stad.
A
metafoor
B
synesthesie
C
personificatie
D
vergelijking

Slide 17 - Quizvraag

Daar komt de aap uit de mouw!
A
metafoor
B
vergelijking
C
personificatie
D
synesthesie

Slide 18 - Quizvraag

De koek is op!

Slide 19 - Tekstslide