Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
38. Blok 5 week 2 les 7 Voegwoorden
Welk voegwoord kont op de lege plek?
A
maar
B
want
C
terwijl
D
omdat
1 / 23
volgende
Slide 1:
Quizvraag
Taal
Basisschool
Groep 6,7
In deze les zitten
23 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Welk voegwoord kont op de lege plek?
A
maar
B
want
C
terwijl
D
omdat
Slide 1 - Quizvraag
Doel van deze les:
Ik kan zinnen samenvoegen met voegwoorden en ik weet welk voegwoord op de lege plek past.
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Voegwoorden
Het voegwoord verbindt (
voegt
) twee zinnen.
en, maar, of, want, voordat, totdat, nadat,
wanneer, zodat, omdat, doordat, opdat
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
DE KOMMA
Bij
en
en
of
plaats je geen komma.
Bij
maar
en
want
plaats je wel een komma.
Ook bij alle voegwoorden plaats je een komma.
Slide 6 - Tekstslide
Wat is het voegwoord?
Mijn vriend bleef altijd van mijn tikkels af, want hij heeft een hekel aan harde snoepjes.
A
Vriend
B
tikkels
C
want
D
een
Slide 7 - Quizvraag
Wat is het voegwoord?
Nu moet ik mijn tikkels verstoppen of hij eet ze allemaal op.
A
hij
B
eet
C
op
D
of
Slide 8 - Quizvraag
Wat is het voegwoord?
We kijken hoe mensen eruit zien en bepalen dan vaak onbewust hoe ze zijn.
A
Mensen
B
zien
C
en
D
hoe
Slide 9 - Quizvraag
Wat is het voegwoord?
Ik snap best dat mensen schrikken van mijn uiterlijk, maar dat is hun probleem.
A
maar
B
uiterlijk
C
mijn
D
dat
Slide 10 - Quizvraag
Wat is het voegwoord?
Ik leef hartstikke sober, maar hou wel van lekker eten.
A
ik
B
harstikke
C
maar
D
lekker
Slide 11 - Quizvraag
Maak de zin af:
De auto heeft een lekke band, dus...
Slide 12 - Open vraag
Maak de zin af:
Ik ga graag bij opa en oma logeren, want...
Slide 13 - Open vraag
Welk voegwoord kont op de lege plek?
A
want
B
omdat
C
zodat
D
tenzij
Slide 14 - Quizvraag
Welk voegwoord kont op de lege plek?
A
of
B
dus
C
omdat
D
zodat
Slide 15 - Quizvraag
Welk voegwoord kont op de lege plek?
A
want
B
omdat
C
zodat
D
terwijl
Slide 16 - Quizvraag
Welk voegwoord kont op de lege plek?
A
doordat
B
omdat
C
zodat
D
tenzij
Slide 17 - Quizvraag
Sanne heeft zich gedoucht, ............. ze op de boerderij heeft gespeeld.
Welk voegwoord past het best op het stippellijntje?
A
zodat
B
nadat
C
terwijl
D
totdat
Slide 18 - Quizvraag
Klik op de zin met het juiste voegwoord.
A
Kees kan niet goed lopen, voordat hij van de trap is gevallen.
B
Kees kan niet goed lopen, totdat hij van de trap is gevallen.
C
Kees kan niet goed lopen, doordat hij van de trap is gevallen.
D
Kees kan niet goed lopen, terwijl hij van de trap is gevallen.
Slide 19 - Quizvraag
De auto staat voor het zebrapad, .................. de voetganger oversteekt.
A
totdat
B
terwijl
C
zodat
D
nadat
Slide 20 - Quizvraag
Hoe kan je de zin het best afmaken?
Martin vult het antwoord in, nadat ..................
A
......hij klaar is met het werk.
B
.......hij is begonnen.
C
.......hij er goed over heeft nagedacht.
D
.
Slide 21 - Quizvraag
create.kahoot.it
Slide 22 - Link
Aan de slag: TAAL
7:
blok 5 - week 2 - les 7
alle opgaven maken
Klaar 10 x plussen
8: blok 5 - week 2 - les 6B
alle opgaven maken
Klaar 10 x plussen
Slide 23 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Blok 5 week 2 les 7 Voegwoorden
Januari 2021
- Les met
32 slides
Taal
Basisschool
Groep 6,7
Taalactief T5, L10 G7
Januari 2024
- Les met
19 slides
Taal
Basisschool
Groep 7
groep 6 herhaling blok 4 grammatica
Juli 2024
- Les met
11 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 6
groep 6 herhaling blok 4 grammatica
Februari 2023
- Les met
11 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 6
42. TAALTOETS blok 5 week 3 - Taaltoets
Januari 2019
- Les met
46 slides
Taal
Basisschool
Groep 7
Voegwoorden
Juni 2024
- Les met
16 slides
Taal
Basisschool
Groep 6,7
Voegwoorden basisschool
Maart 2020
- Les met
31 slides
Taal
Basisschool
Groep 7
59. Blok 7, week 3 Toets
April 2019
- Les met
33 slides
Taal
Basisschool
Groep 7