De voegwoorden en, of, maar en want
verbinden twee hoofdzinnen met elkaar.
Voorbeelden van voegwoorden die in
bijzinnen staan zijn:
omdat, doordat, zodat, nadat,
voordat, terwijl, totdat.
Als je een van deze voegwoorden
gebruikt om zinnen te verbinden, krijg je een hoofdzin en een bijzin.
In de bijzin verandert de woordvolgorde.