De kikker wond zich op, begon met nieuwe moed
Hij voelde alles spannen. "Is het nu nog niet goed?"
"Boe!" deed de os bedroefd. "Het lijkt er echt niet op.
Niet groter dan een pad, maar met een dikke kop!"
Nu werd de kikker woest, hij duwde, blies en balde
Zijn spieren plots zo hard dat hij aan flarden knalde
De wereld barst van waan en nijd
Om wie de snelste auto rijdt
Het grootste huis. De verste reis.
Ach, is dat allemaal wel wijs?
(Jean de la Fontaine)