Bindingen tussen moleculen

 Bindingen tussen moleculen 
- Waterstofbruggen 
- Vanderwaalsbindingen





1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

 Bindingen tussen moleculen 
- Waterstofbruggen 
- Vanderwaalsbindingen





Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
In eigen woorden kunnen uitleggen wat een
vanderwaalsbinding en een waterstofbrug is

Slide 2 - Tekstslide

Polaire atoombinding
Het ene atoom trekt harder aan het gedeelde elektronenpaar dan het ander
- Verschuiving  elektronenpaar naar hoogste elektronegativiteit
- Lading (δ- en δ+)

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeelden van polaire bindingen:
O-H
N-H
C-O

Slide 6 - Tekstslide

Polaire  stoffen
H2O (polair)

Slide 7 - Tekstslide

hoe ontstaat een polaire binding, zoals die tussen O-H of tussen N-H?
A
doordat O en N zwaarder zijn dan een H atoom
B
doordat O en N harder trekken aan het gedeelde elektronenpaar
C
doordat O en N meer elektronen hebben dan H atomen

Slide 8 - Quizvraag

4.1 en 4.2: Bindingen tussen moleculen 

Slide 9 - Tekstslide

Binding tussen moleculen
Algemeen principe:
Hoe sterker de bindingen tussen moleculen zijn, 
des te hoger zijn het smeltpunt en het kookpunt.

Slide 10 - Tekstslide

Waterstofbrug
Bij polaire bindingen met een H-atoom kunnen moleculen waterstofbruggen vormen
Voorbeeld: H2O

(En alle andere
N-H, O-H bindingen)
- - - - - -
- - - - - -

Slide 11 - Tekstslide

Waterstofbrug
Ander Voorbeeld: H2O met ethanal, dat kan ook!




Dus: 1 polaire binding met H (hier: O-H) en
een andere polaire binding met of zonder H (hier: C=O)
- - - - - -

Slide 12 - Tekstslide

Waarom drijft ijs?

Slide 13 - Tekstslide

Waterstofbruggen
Waterstofbruggen geven ijs een
kenmerkende structuur met veel 
lege ruimte, 
vandaar de lage dichtheid!
waterstofbrug (H - O)

Slide 14 - Tekstslide

Vanderwaalsbindingen

Slide 15 - Tekstslide

Vanderwaalsbinding 
Deze houdt moleculen bij elkaar. 
Alle moleculen hebben vanderwaalsbindingen

Zowel molecuulmassa als molecuuloppervlak
maken de binding sterker

Slide 16 - Tekstslide

Vanderwaalsbinding 
Voorbeeld: hexaan en 2,3-dimethylbutaan
Zelfde massa, maar hexaan heeft een groter oppervlak, dus sterkere vanderwaalsbinding
>

Slide 17 - Tekstslide

Welke stof heeft de hoogste vanderwaalskracht?
A
H2
B
C6H14
C
C4H10
D
H2O

Slide 18 - Quizvraag

Vanderwaalsbinding
hogere molmassa sterkere binding (en dus hoger kookpunt)

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Welke binding tussen moleculen is sterker: een vanderwaalsbinding of een waterstofbrug?
A
vanderwaalsbinding
B
waterstofbrug
C
ik weet het niet

Slide 24 - Quizvraag

Welke bindingen worden verbroken bij het koken van deze stof?
A
vanderwaals-bindingen
B
waterstofbruggen
C
A en B

Slide 25 - Quizvraag

Welke combinatie kan geen waterstofbrug vormen?
A
N-H en O-H
B
O-H en O-H
C
C-H en N-H
D
C=O en H-N

Slide 26 - Quizvraag

welke structuur kan geen waterstofbrug aangaan?
A
B
C
D

Slide 27 - Quizvraag

Huiswerk
1, 2, 9, 24,  3 t/m 6, 10, 25, 7, 8

Slide 28 - Tekstslide