Een tekst bestaat uit zinnen.
Om deze zinnen goed leesbaar te maken, gebruik je voegwoorden. Je kunt twee zinnen samenvoegen door een voegwoord te gebruiken.
Voorbeelden: als, doordat, dus, maar, nadat, omdat, terwijl, want, voordat, zodat of zodra.
Lissy en Lindsay gaan op vakantie. Ze vinden dat leuk.
Lissy en Lindsay gaan op vakantie, omdat ze dat leuk vinden.