BSR 27/11 1aha Formuleren 1 Zinsbegrenzing

Open je boek alvast op blz 228-229.
Log alvast in op LessonUp
(de code staat  linksonder in beeld).

§1 Zinnen correct begrenzen

Voordat we beginnen:
1AHA
CURSUS 6
FORMULEREN
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Open je boek alvast op blz 228-229.
Log alvast in op LessonUp
(de code staat  linksonder in beeld).

§1 Zinnen correct begrenzen

Voordat we beginnen:
1AHA
CURSUS 6
FORMULEREN

Slide 1 - Tekstslide

  • Je kunt uitleggen waarom we voegwoorden en leestekens gebruiken.
  • Je kunt voegwoorden en leestekens gebruiken om grenzen in een zin aan te geven.
Lesdoelen

Slide 2 - Tekstslide

In deze les gaan we:
  • Beginnen aan Cursus 6: Formuleren.
  • Uitleg over paragraaf 1: Hoe begrens je een zin?
  • Samen oefenen via LessonUp.
  • Tijd voor huiswerkopdrachten.
  • Gezamenlijk afronden.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide


Nieuw onderdeel: Formuleren

Cursus Formuleren: 
voegwoorden, leestekens, tekstverbanden, verwijswoorden,
de trappen van vergelijking.



De planning

Slide 6 - Tekstslide

Formuleren


for·mu·le·ren (formuleerde, heeft geformuleerd)
1. onder woorden brengen

bron: vandale.nl 

Slide 7 - Tekstslide

Sleep de onderdelen naar het vak, die volgens jou bij Formuleren horen.
werkwoordspelling
verwijswoorden
Trappen van vergelijking
zinsontleding
zinsverbanden
Goede zinnen maken.

Slide 8 - Sleepvraag

Uitlegvideo!

Slide 9 - Tekstslide



Een tekst bestaat uit zinnen. 
Om deze zinnen goed leesbaar te maken, gebruik je voegwoorden. Je kunt twee zinnen samenvoegen door een voegwoord te gebruiken. 
Voorbeelden: als, doordat, dus, maar, nadat, omdat, terwijl, want, voordat, zodat of zodra.

Lissy en Lindsay gaan op vakantie. Ze vinden dat leuk.
Lissy en Lindsay gaan op vakantie, omdat ze dat leuk vinden.

Voegwoorden

Slide 10 - Tekstslide

Voegwoorden
Let op: sommige voegwoorden kunnen aan het begin van de zin staan. 

Amy versiert de woonkamer, omdat haar broer morgen jarig is.
Omdat haar broer morgen jarig is, versiert Amy de woonkamer.


Slide 11 - Tekstslide

Wat is de functie van een voegwoord?
Een voegwoord ...
A
verbindt zinnen of woorden met elkaar.
B
verbindt een werkwoord aan een ander werkwoord.
C
zijn twee woorden die aan elkaar verbonden zijn.

Slide 12 - Quizvraag

Kies het juiste voegwoord.

Ik ga vandaag in de auto naar school, ... het heel hard regent.
A
want
B
omdat
C
daarom
D
tenzij

Slide 13 - Quizvraag

Welk woord past er op de puntjes? Zet de antwoorden in je schrift.

  1. Een dagje Efteling met z’n allen kan leuk zijn, … het is wel een aanslag op je budget.
  2. … je verhaal gaat halen bij de conciërge, moet je je afvragen of je wel gelijk hebt.
  3. Niek lijkt totaal niet op zijn broer, … die heeft donkere krullen en Niek is blond.
  4. … je trek hebt, mag je wel iets lekkers pakken uit de koelkast.
  5. Iris kwam doodmoe terug van de hockeytraining, … ze ging vroeg naar bed.
Opdracht
timer
3:00

Slide 14 - Tekstslide

memphis depay reist maandag met atletico madrid naar rotterdam voor het champions league duel met feyenoord de aanvaller maakte zaterdag na twee maanden blessureleed zijn rentree memphis viel twee dagen geleden in het competitieduel met mallorca in de laatste minuten in het was zijn eerste duel sinds 24 september toen liep hij tegen Real Madrid een blessure op en stond hij aan de kant met een spierblessure

Slide 15 - Tekstslide

memphis depay reist maandag met atletico madrid naar rotterdam voor het champions league duel met feyenoord de aanvaller maakte zaterdag na twee maanden blessureleed zijn rentree memphis viel twee dagen geleden in het competitieduel met mallorca in de laatste minuten in het was zijn eerste duel sinds 24 september toen liep hij tegen Real Madrid een blessure op en stond hij aan de kant met een spierblessure
timer
3:00
Noteer de eerste twee zinnen van het nieuwsbericht met leestekens en hoofdletters.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Welk leesteken hoort op de lege plek?
Omdat Max en Mila dezelfde dingen leuk vinden ... gaan zij veel met elkaar om.
A
Een punt.
B
Een uitroepteken!
C
Een dubbele punt:
D
Een komma,

Slide 18 - Quizvraag

In de zin zijn leestekens vergeten of staan leestekens op de verkeerde plek. Neem de zin over en zet de leestekens op de juiste plek.

ik hou niet van appeltaart want die is zo zoet

Slide 19 - Open vraag

In de zin zijn leestekens vergeten of staan leestekens op de verkeerde plek. Neem de zin over en zet de leestekens op de juiste plek.

vaak heeft een talkshowhost een pen in de hand daarmee kan hij aantekeningen maken.

Slide 20 - Open vraag

Wat?
Cursus 7 Formuleren §1 Zinnen correct begrenzen.
Havo: opdracht 1, 2, 3 en 6 (blz. 230-231).
Vwo: opdracht 1 t/m 5 (blz. 230-231).
Hoe?
Zelfstandig. De eerste vijf minuten in stilte, daarna overleggen.
Hulp
Steek je vinger op als je een vraag hebt. Gebruik de uitleg in de groene blokjes in je boek. 
Tijd
15 minuten. Daarna gaan we afronden.
Klaar?
Oefen verder in de online trainer (Magister leermiddelen) of maak een samenvatting van §1.
Huiswerk voor donderdag
timer
15:00

Slide 21 - Tekstslide

  • Je kunt uitleggen waarom we voegwoorden en leestekens gebruiken.
  •  Je kunt voegwoorden en leestekens gebruiken om grenzen in een zin aan te geven
Lesdoelen

Slide 22 - Tekstslide

Wat zijn de twee manieren om zinnen
te begrenzen?

Slide 23 - Open vraag

Maak een zin waarin een voegwoord voorkomt.

Slide 24 - Open vraag

Maak een zin waarin je een komma gebruikt om twee zinnen samen te voegen.

Slide 25 - Open vraag