Cap 1 - les 6

Welk werkwoord staat in de gebiedende wijs?
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welk werkwoord staat in de gebiedende wijs?

Slide 1 - Tekstslide

¿Cuál es la fecha de hoy?

Hoy es _____(dag)___________
el _____(datum)__________
de _____(maand)__________

Escribe la fecha en tu cuaderno 

Slide 2 - Tekstslide

Met welke tijd geef je antwoord op de vraag 'wat heb je deze vakantie gedaan?'
A
presente perfecto
B
presente
C
imperativo
D
imperfecto

Slide 3 - Quizvraag

¿Qué has hecho en las vacaciones? Escribe tres frases correctas

Slide 4 - Open vraag

Plan de clase 
1. controlar + corregir los deberes 23, 24, 26
2. presente (tt) vs presente perfecto (vtt)
3. practicar + preguntas para la prueba

Slide 5 - Tekstslide

Met welke tijdsaanduiding gebruik je de Presente Perfecto?
A
esta mañana
B
anteayer
C
ayer
D
la semana pasada

Slide 6 - Quizvraag

Welke tijdsaanduidingen weet je nog meer voor de Presente Perfecto?

Slide 7 - Woordweb

Marcadores del Perfecto







hoy
esta mañana / tarde / noche  
este fin de semana / esta semana / este año
este verano / otoño / invierno / esta primavera
nunca
ya (= al)
alguna vez
todavía (no)
últimamente
hace un rato (=net)
en mi vida








Slide 8 - Tekstslide

Presente Perfecto
- Het resultaat van de handeling of situatie is nog merkbaar. 

- Wanneer er een tijdstip wordt aangegeven waarvan het heden nog deel uitmaakt of tot het recente verleden behoort (hoy, esta mañana, este verano, este fin de semana, hace un rato, etc.).

- Als het tijdstip buiten beschouwing wordt gelaten (ya, todavía no, alguna vez, nunca, etc). 


Slide 9 - Tekstslide

Los marcadores del Perfecto
hoy
entonces
nunca
generalmente
todos los días
esta semana
en 2018
la semana pasada
todavía

Slide 10 - Sleepvraag

Presente Perfecto
haber + voltooid deelwoord
he
has
ha                               +           -ado / -ido
hemos
habéis
han
onregelmatige volt.dw:
abrir: abierto
decir: dicho
escribir: escrito
hacer: hecho
poner: puesto
ver: visto
volver: vuelto

Slide 11 - Tekstslide

Marcadores del Perfecto







hoy
esta mañana / tarde / noche  
este fin de semana / esta semana / este año
este verano / otoño / invierno / esta primavera
nunca
ya (= al)
alguna vez
todavía (no)
últimamente
hace un rato (=net)
en mi vida








Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

timer
3:00
Schrijf ook de 'marcador temporal' (tijdsaanduiding) en de NL vertaling van de zin erbij

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Practicar para la prueba

Opciones:

1. Hacer el D-toets en el libro de ejercicios
O
2. Hacer el 'oefentoets' en classroom

Je gaat geen quizlet leren, dat doe je thuis!

Slide 16 - Tekstslide