h30 Financiele planning paragraaf 1 en 2

Havo H30 Financiële Planning
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Havo H30 Financiële Planning

Slide 1 - Tekstslide

Financieel plan
Ondernemers plan
Exploitatiebegroting
Investeringsbegroting
Marketingplan 
Liquiditeitsbegroting
Bedrijfsidee

Slide 2 - Sleepvraag

Openingsbalans = investeringsbegroting en liquiditeitsbegroting















































A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Investeringsbegroting
Welke investering in activa is er nodig? 
  • Vaste activa, voorraad, voorfinanciering vooraftrek omzetbelasting, debiteuren, privéopnamen? 

Slide 4 - Tekstslide

Financieringsbegroting
Welke financieringsmogelijkheden zijn er? 
  • Hoeveel eigen vermogen dient er ingebracht te worden?

Slide 5 - Tekstslide

In welke begroting staat hoe je de bezittingen gaat financieren?
































































































































A
Liquiditeitsbegroting
B
Investeringsbegroting
C
Financieringsbegroting
D
Begrote eindbalans

Slide 6 - Quizvraag

30.1 Investerings- en financieringsbegroting

Slide 7 - Tekstslide

Openingsbalans

Slide 8 - Tekstslide

30.1 Stel de eindbalans op  

Slide 9 - Tekstslide

30.2 Exploitatiebegroting
Overzicht van begrote opbrengsten en kosten

Slide 10 - Tekstslide

30.2 Liquiditeitsbegroting
Overzicht van begrote uitgaven en ontvangsten 
Beginsaldo bank + kas   
Ontvangsten+
.                         Uitgaven -
Eindsaldo bank + kas  

Slide 11 - Tekstslide

Opgave 30.3 maken 
Info over bijv. contributies
je hebt 100 leden, de contributie is €50 per jaar
- na afloop van het jaar hebben 10 leden nog niet betaald
- na afloop van het jaar hebben 10 leden al vooruitbetaald
- in de loop van het jaar hebben 5 leden de achterstallige cont. van het vorig jaar voldaan

Hoe verwerk je deze gegevens op ...
- de winst- en verliesrekening
- het liquiditeitsoverzicht
- de balans
timer
45:00
opbrengsten 100 x 50 = €5000 (w&v-rekening)
ontvangsten (5 x 50)+ (90 x 50) + (10 x 50) = €5250
nog te ontvangen bedragen 10 x €50 = €500 (debet, balans)
vooruitontvangen bedragen 10 x €50 = €500 (credit, balans)

Slide 12 - Tekstslide

tekort saldo liquide middelen
en dan?

Slide 13 - Woordweb

30.4 Niet-financiële informatie

Slide 14 - Tekstslide

Balanced scorecard
Financieel succes is doel van onderneming, maar hangt af van meer factoren dan alleen financieel beleid. 

Hoe beoordelen klanten ons? 
Hoe efficient werken we? 
Hoe innovatief zijn we? 

Slide 15 - Tekstslide

Balanced scorecard: KSF
Om op lange termijn succesvol te zijn formuleren ondernemingen kritische succesfactoren (KSF) 

Wat moeten we goed doen om op lange termijn succesvol te kunnen zijn? 

Slide 16 - Tekstslide

Balanced scorecard
Om de kritische succesfactoren te realiseren worden kritische prestatie-indicatoren (KPI) vastgesteld


Wanneer doen we het goed?


- meetinstrument
- meetschaal
Klanttevredenheid: meetinstrument bijv. enquete
Meetschaal cijfer klanttevredenheid 1-10
Doelstelling minimaal gemiddelde beoordeling bijv. 8
Meetistrument: omzet/ winst/ rendement eigen vermogen. 
Meetschaal euro/ procentueel
Doelwaarde: bedrag of percentage
KSF: behoud personeel
KPI: % personeelsverloop (% medewerkers uit dienst per periode), Doelwaarde < 5% 
KSF: Nieuwe producten op de markt brengen
KPI: aantal nieuwe producten
Meetschaal/ doel = aantal (minimumwaarde) 

Slide 17 - Tekstslide