Spelling en formuleren H3

Spelling en formuleren H3


1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Spelling en formuleren H3


Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen Spelling en formuleren H3 
  1. Koppelteken en/of weglatingsstreepje
  2. Gebiedende wijs
  3. Voorbeelden gebruiken

    
      
      
        
      
        

        
      
   

   
   
     
       
          Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen.
       
     
   

   
     
       
          Differentiëer
       
     
     

       
         
            Differentiëer
         
         
         

         
            Instellingen
         
       
     
   


   
   
 
   
   
   

   
   
   
     
       
       
     
   
 

   
   

   
   
     
       Het schrijven van getallen
     
   

   
   
      In teksten schrijf je getallen soms in cijfers en soms in letters. De regels die je daarbij moet hanteren zijn helder, maar het zijn er veel. Leer ze niet allemaal uit je hoofd, maar probeer een logica te vinden. Twijfel je bij het schrijven van een officieel document: zoek de regel dan op!
   

 
 
 
   
     
       
       
       
 
   
   
    Slide
 
 
       
       
     
   
 
   
   
   
   
   
   
 
 

Slide 2 - Tekstslide

1. Het koppel- en weglatingsteken

Koppel- en weglatingstekens gebruik je regelmatig in teksten. Ze maken verbanden binnen woorden duidelijk of voorkomen juist het onnodig herhalen van woorden.


Laat je een woord weg, plaats op die plek dan altijd een streepje!  

Slide 3 - Tekstslide

Welk woord is niet correct gespeld?
A
gala-avond
B
tosti-ijzer
C
auto-expert
D
giro-afschrift

Slide 4 - Quizvraag

Welk woord is niet correct gespeld?
A
kook- en bakpannen
B
grote- en kleine pannen
C
braad- en steelpannen
D
koeken- en frituurpannen

Slide 5 - Quizvraag

Welk woord is correct gespeld?
A
hartziekten en -transplantaties
B
kant-en-klaar-maaltijd
C
zwart-wit-foto
D
regionale-en nationale wedstrijd

Slide 6 - Quizvraag

Bestudeer nu de theorie bij Formuleren H3

Slide 7 - Tekstslide

3. Voorbeelden gebruiken
In veel teksten worden voorbeelden gebruikt. Voorbeelden lichten een begrip toe. Soms gebruiken schrijvers daarvoor maar een paar woorden, maar later zul je leren dat een schrijver soms één of meerdere alinea's gebruikt om voorbeelden te geven.

Slide 8 - Tekstslide

Wat is het doel van het noemen van voorbeelden in je tekst?

Slide 9 - Open vraag

Voorbeelden dienen ter verduidelijking 

Buitenlandse kazen zijn hot. In de supermarkt is het schap buitenlandse kazen inmiddels bijna net zo groot als dat met haar Hollandse zusters. Franse kazen kennen we in Nederland al langer, zoals bijvoorbeeld de brie en camembert. Ook Italiaanse kazen als mozzarella, mascarpone en gorgonzola doen het goed. Mozzarella is vooral bij kinderen populair.

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeelden van
goede eigenschappen

Slide 11 - Woordweb

Wat is geen signaalwoord van een toelichtend verband?
A
bijvoorbeeld
B
denk maar aan
C
neem nou
D
zo maar

Slide 12 - Quizvraag

Heb je nog vragen? Stel ze hier!

Slide 13 - Open vraag

Aan het werk


  • Maken opdracht 'Extra' van Formuleren H3 van NN Online.
  • Score <75%? Maak dan in het domein opdracht 'Test' van Formuleren H3. Dat komt dan bij de weekplanner van week 10

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

2. Kijk de geschrokken patiënten niet in de ogen, het is beleefder om ze neer te slaan.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide