T3 nakijken diagnostische toets en uitleg trappen van vergelijking

Vandaag:
- Nakijken diagnostische toets 
Bladzijde 26
- Uitleg trappen van vergelijking en als of dan
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Vandaag:
- Nakijken diagnostische toets 
Bladzijde 26
- Uitleg trappen van vergelijking en als of dan

Slide 1 - Tekstslide

1. Zij zouden met een rieten mand gaan picknicken in het bos.

Vul straks alleen de afkortingen in.

Slide 2 - Tekstslide

Zouden

Slide 3 - Open vraag

Een

Slide 4 - Open vraag

Rieten

Slide 5 - Open vraag

Mand

Slide 6 - Open vraag

Gaan

Slide 7 - Open vraag

Picknicken

Slide 8 - Open vraag

Het

Slide 9 - Open vraag

Bos

Slide 10 - Open vraag

2. De gouden armband werd woensdag opgevist.

Slide 11 - Tekstslide

De

Slide 12 - Open vraag

Gouden

Slide 13 - Open vraag

Armband

Slide 14 - Open vraag

Werd

Slide 15 - Open vraag

Woensdag

Slide 16 - Open vraag

Opgevist

Slide 17 - Open vraag

3. De leerlingen vonden de tentamenweek erg lang.

Slide 18 - Tekstslide

De

Slide 19 - Open vraag

Leerlingen

Slide 20 - Open vraag

Vonden

Slide 21 - Open vraag

De

Slide 22 - Open vraag

Tentamenweek

Slide 23 - Open vraag

4. Het houten bankje werd op het plein gesloopt.

Slide 24 - Tekstslide

Het

Slide 25 - Open vraag

Houten

Slide 26 - Open vraag

Bankje

Slide 27 - Open vraag

Werd

Slide 28 - Open vraag

Het

Slide 29 - Open vraag

Plein

Slide 30 - Open vraag

Gesloopt

Slide 31 - Open vraag

5. In liefde en oorlog is alles geoorloofd.

Slide 32 - Tekstslide

Liefde

Slide 33 - Open vraag

Oorlog

Slide 34 - Open vraag

Is

Slide 35 - Open vraag

Geoorloofd

Slide 36 - Open vraag

Vragen?
Over de stof tot nu toe?

Slide 37 - Tekstslide

Trappen van vergelijking
- Twee of meer zaken met elkaar vergelijken

Slide 38 - Tekstslide

Drie niveaus:
- De stellende trap 
Klein (geen uitgang) 
- De vergrotende trap
Kleiner (stellende trap +en)
- De overtreffende trap
Kleinst (stellende trap +st)

Slide 39 - Tekstslide

Uitzonderingen
- Woorden op -r krijgen -der bij de vergrotende trap
                                                                      Duurst
                                    Duurder
Duur





Slide 40 - Tekstslide

Uitzonderingen
- Bij de vergrotende trap moet je de -s en de -f aanpassen
                                             Gaafst
                      Gaver
Gaaf

Viest
                     Viezer
                                          Vies

Slide 41 - Tekstslide

Uitzonderingen
- Onregelmatige vergrotende trap
Deze moet je onthouden:
Weinig - minder - minst
Veel - meer - meest
Goed - beter - best
Graag - liever - liefst

Slide 42 - Tekstslide

Uitzonderingen
-Moeilijke uitspraak: 'meest' ervoor
                                                       Meest roze
                     Rozer
Roze

Slide 43 - Tekstslide

Als of dan
- Vergelijken

Slide 44 - Tekstslide

Als
- Gelijkheid beschrijven? -> even, zo, zelfde gevolgd door als.
Hij is net zo slim als jij bent.
(Slim - slimmer - slimst)
Bij de stellende trap gebruik je als.

Slide 45 - Tekstslide

Dan
- Beschrijven verschil/ongelijkheid? -> Dan
Ik ben groter dan jij.
(Groot -  groter - grootst)
Bij de vergrotende trap gebruik je dan.

Slide 46 - Tekstslide

Dus:
Wil je iets vergelijken dat gelijk is aan elkaar -> Als
De lessen Nederlands zijn net zo leuk als pauze.

Wil je iets vergelijken dat van elkaar verschilt? -> Dan
De lessen Nederlands zijn veel leuker dan wiskunde.




Slide 47 - Tekstslide

Wat is juist?
Ik ben aardiger dan JOU.
Of
Ik ben aardiger dan JIJ.
A
Jou
B
Jij

Slide 48 - Quizvraag

Twijfel je over jij of jou?
Verleng de zin met het eerder gebruikte werkwoord.

Ik ben aardiger dan jij bent.

Deze zin klopt, dus jij is het juiste antwoord.

Slide 49 - Tekstslide

Huiswerk
- Lees de theorie over de trappen van vergelijking en als of dan nog eens goed door
- Maak opdracht 16 uit het boekje
- Stel vragen als je deze hebt

Slide 50 - Tekstslide