H4 - Vragen over Kleur

Welkom!
Theorie bij het boek BBB.

Pak je boek en schrift erbij!
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Theorie bij het boek BBB.

Pak je boek en schrift erbij!

Slide 1 - Tekstslide

Bestudeer de begrippen op p. 38 t/m 43
Lees de tekst aandachtig en bekijk de afbeeldingen goed.
De volgende vragen gaan over de begrippen op deze pagina.
Noteer de begrippen en betekenis ook in je schrift!
Aan het eind van de les lever je hiervan een foto in.

Slide 2 - Tekstslide

Geef de betekenis van het begrip:
Verzadigde kleuren

Slide 3 - Open vraag

Geef de betekenis van het begrip:
Onverzadigde kleuren

Slide 4 - Open vraag

Geef de betekenis van het begrip:
Kleurencirkel

Slide 5 - Open vraag

Geef de betekenis van het begrip:
Primaire kleuren

Slide 6 - Open vraag

Geef de betekenis van het begrip:
secundaire kleuren

Slide 7 - Open vraag

Geef de betekenis van het begrip:
Expressief kleurgebruik

Slide 8 - Open vraag

Geef de betekenis van het begrip:
Symbolisch kleurgebruik

Slide 9 - Open vraag

Geef de betekenis van het begrip:
Kleurcontrasten

Slide 10 - Open vraag

Geef de betekenis van het begrip:
Kleurverloop

Slide 11 - Open vraag

Geef de betekenis van het begrip:
Optische kleurmenging

Slide 12 - Open vraag

Geef de betekenis van het begrip:
Atmosferisch perspectief

Slide 13 - Open vraag

Maak een foto van jouw schrift met de 11 begrippen van deze les.

Slide 14 - Open vraag

Toepassen
We hebben net de betekenis van elf woorden geleerd.
Nu gaan we de begrippen toepassen op kunstwerken.
Kijk eerst goed naar de afbeelding.
Beantwoord daarna de vragen

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

1a. Welke primaire kleur(en)
herken je in afb. 1?

Slide 17 - Open vraag

1b. Het gezicht van Marilyn is roze.
Noem je dat een primaire, een secundaire
of een tertiaire kleur?

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide

2a. Naast zwart zijn er maar twee kleuren
op een witte ondergrond gebruikt.
Welke zijn dat?

Slide 20 - Open vraag

2b. Ook hier lijkt het gezicht roze,
maar het is een primaire kleur.
\Waardoor lijkt het toch roze?

Slide 21 - Open vraag

2c. Zie je in dit schilderij verzadigde of
onverzadigde kleuren?

Slide 22 - Open vraag

Vond je deze vragen:
A
Makkelijk
B
Best te doen
C
Moeilijk
D
Ik heb geen idee wat ik moet doen

Slide 23 - Quizvraag

Vraag 3
Dit is een propagandaposter. Propaganda is een manier om via de media (kranten, posters, televisie, internet) mensen te overtuigen.

Slide 24 - Tekstslide

3a. Waar gaat jouw aandacht naar uit?
Draagt het kleurgebruik daartoe bij?

Slide 25 - Open vraag

3b. Je ziet een contrast tussen het rood
en de meer blauwige achtergrond.
Wat is daarvan het effect?

Slide 26 - Open vraag

3c. Welk gevoel wil de maker volgens jou met
het kleurgebruik uitdrukken?
Leg je antwoord uit.

Slide 27 - Open vraag

Vond je deze vragen:
A
Makkelijk
B
Best te doen
C
Moeilijk
D
Ik heb geen idee wat ik moet doen

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Tekstslide

Hier is (voornamelijk) sprake van:
A
Kleurverloop
B
Atmosferisch perspectief
C
kleurcontrast
D
Optische kleurmenging

Slide 30 - Quizvraag

Ik denk dat ik de begrippen Verzadigd/ onverzadigd nu:
A
Begrijp
B
Begrijp en kan gebruiken
C
Niet begrijp
D
Begrijp, kan gebruiken en andere kan uitleggen

Slide 31 - Quizvraag

Ik denk dat ik de begrippen kleurencirkel, primaire kleuren en secundaire kleuren nu:
A
Begrijp
B
Begrijp en kan gebruiken
C
Niet begrijp
D
Begrijp, kan gebruiken en andere kan uitleggen

Slide 32 - Quizvraag

Ik denk dat ik het begrip expressief kleurgebruik en symbolisch kleurgebruik nu:
A
Begrijp
B
Begrijp en kan gebruiken
C
Niet begrijp
D
Begrijp, kan gebruiken en andere kan uitleggen

Slide 33 - Quizvraag

Ik denk dat ik het begrip kleurcontrast nu:
A
Begrijp
B
Begrijp en kan gebruiken
C
Niet begrijp
D
Begrijp, kan gebruiken en andere kan uitleggen

Slide 34 - Quizvraag

Ik denk dat ik het begrip kleurverloop, optische kleurmenging en atmosferisch perspectief nu:
A
Begrijp
B
Begrijp en kan gebruiken
C
Niet begrijp
D
Begrijp, kan gebruiken en andere kan uitleggen

Slide 35 - Quizvraag