In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Onderdelen in deze les
Straling kennis test
Slide 1 - Tekstslide
Uit welke drie bouwstenen (deeltjes) bestaat een atoom?
Slide 2 - Open vraag
Wat is het massagetal van een atoom?
A
Aantal protonen en elektronen in de kern
B
Aantal protonen en neutronen in de kern
C
Aantal neutronen in de kern
D
Aantal protonen in de kern
Slide 3 - Quizvraag
Stikstof - 14 is een isotoop van het atoom stikstof, wat is de 14?
A
Het massagetal
B
Het atoomnummer
Slide 4 - Quizvraag
Stikstof - 15 is een isotoop van het atoom stikstof, wat verandert er ten opzichte van stikstof - 14
A
aantal protonen
B
aantal neutronen
C
aantal elektronen
D
geen idee
Slide 5 - Quizvraag
Hoeveel protonen heeft dit element en wat is het atoomnummer?
A
7 protonen en atoomnummer is 14
B
7 protonen en atoomnummer is 7
C
14 protonen en atoomnummer is 14
D
14 protonen en atoomnummer is 7
Slide 6 - Quizvraag
Het atoomnummer van een koolstof atoom is 6. We kijken naar het isotoop C-14. Hoeveel neutronen heeft dit atoom.
Slide 7 - Open vraag
Welke van de afgebeelde atomen zijn isotopen van elkaar?
(Neutronen zijn wit)
A
1 en 3
B
2 en 3
C
1 en 2
D
1, 2 en 5
Slide 8 - Quizvraag
Wat gebeurt er met met instabiele isotopen?
Slide 9 - Open vraag
Hoe noemen we de periode die aangeeft hoe lang het duurt voor de helft vervallen is?
Slide 10 - Open vraag
Wat is gevaarlijke straling
A
Ioniserende straling
B
Niet-ioniserende straling
Slide 11 - Quizvraag
Je bezoekt een kerncentrale en neemt per ongeluk een radioactieve bron mee. Wat is dit?
A
Besmetting
B
Bestraling
Slide 12 - Quizvraag
Wat bedoelen we met de activiteit van een radioactief atoom?
A
Hoe lang het duurt voor atomen vervallen
B
Hoeveel het atoom beweegt
C
Hoe veel atomen er vervallen per halfwaardetijd
D
Hoe veel atomen er vervallen per seconde
Slide 13 - Quizvraag
We beginnen met 10 atomen. Nu vervallen er 5 in 1 seconde naar een ander atoom. Wat is de activiteit?
A
10
B
5
C
1
D
Geen idee
Slide 14 - Quizvraag
We beginnen met 10 atomen. Nu vervallen er 5 in 5 seconde naar een ander atoom. Wat is de activiteit?
A
10
B
5
C
1
D
Geen idee
Slide 15 - Quizvraag
Een instabiel atoom heeft een halfwaardetijd van 10 seconde. We hebben 40 gram stof. Hoeveel stof is er nog na 30 seconde?
A
5 gram
B
10 gram
C
15 gram
D
20 gram
Slide 16 - Quizvraag
Bij koolstof datering gebruiken we een instabiel koolstof atoom aanwezig in de botten. Een mammoet skelet bevat in 2024 nog 1 gram Koolstof-14. Er was 18000 jaar geleden waarschijnlijk ongeveer 8 gram C-14 aanwezig. Wat is de halfwaardetijd van het C-14 isotoop?