In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Straling kennis test
Slide 1 - Tekstslide
Uit welke drie bouwstenen (deeltjes) bestaat een atoom?
Slide 2 - Open vraag
Wat is het verschil tussen een atoom en een molecuul?
Slide 3 - Open vraag
Wat is het massagetal van een atoom?
A
Aantal protonen en elektronen in de kern
B
Aantal protonen en neutronen in de kern
C
Aantal neutronen in de kern
D
Aantal protonen in de kern
Slide 4 - Quizvraag
Stikstof - 14 is een isotoop van het atoom stikstof, wat is de 14?
A
Het massagetal
B
Het atoomnummer
Slide 5 - Quizvraag
Stikstof - 15 is een isotoop van het atoom stikstof, wat verandert er ten opzichte van stikstof - 14
A
aantal protonen
B
aantal neutronen
C
aantal elektronen
D
geen idee
Slide 6 - Quizvraag
Hoeveel protonen heeft dit element en wat is het atoomnummer?
A
7 protonen en atoomnummer is 14
B
7 protonen en atoomnummer is 7
C
14 protonen en atoomnummer is 14
D
14 protonen en atoomnummer is 7
Slide 7 - Quizvraag
Het atoomnummer van een koolstof atoom is 7. Hoeveel elektronen heeft dit atoom.
Slide 8 - Open vraag
Wat is waar voor alle isotopen van hetzelfde element?
A
Hetzelfde aantal protonen in de kern
B
Hetzelfde aantal neutronen in de kern
C
Hetzelfde massagetal
D
Hetzelfde atoomnummer
Slide 9 - Quizvraag
Welke van de afgebeelde atomen zijn isotopen van elkaar?
(Neutronen zijn wit)
A
1 en 3
B
2 en 3
C
1 en 2
D
1, 2 en 5
Slide 10 - Quizvraag
Wat is gevaarlijke straling
A
Ioniserende straling
B
Niet-ioniserende straling
Slide 11 - Quizvraag
Je maakt een foto van je tanden met röntgenstraling
A
Besmetting
B
Bestraling
Slide 12 - Quizvraag
Je eet een radioactieve bron. Wat is dit?
A
Besmetting
B
Bestraling
Slide 13 - Quizvraag
Bonus vraag! Hoe heet het apparaat waarmee je straling kan meten?
A
Thermometer
B
Liniaal
C
Geiger-Muller teller
D
Rontgen-apparaat
Slide 14 - Quizvraag
Demonstraties en aantekening
IPAD dichtklappen
Slide 15 - Tekstslide
Voorbeeld: Stel we hebben 16 atomen van Stiktstof - 16. De halfwaardetijd van dit atoom is 8 seconde. Hoeveel hebben we er over na 8 seconde?
Slide 16 - Open vraag
Voorbeeld: Stel we hebben 16 atomen van Stiktstof - 16. De halfwaardetijd van dit atoom is 8 seconde. Hoeveel atomen hebben we nog na 16 seconde? En na 24 seconde?
Slide 17 - Open vraag
Een instabiel atoom heeft een halfwaardetijd van 10 seconde. We hebben 40 gram stof. Hoeveel stof is er nog na 20 seconde?
A
5 gram
B
10 gram
C
15 gram
D
20 gram
Slide 18 - Quizvraag
Een instabiel atoom heeft een halfwaardetijd van 10 seconde. We hebben 40 gram stof. Hoeveel stof is er nog na 30 seconde?
A
5 gram
B
10 gram
C
15 gram
D
20 gram
Slide 19 - Quizvraag
Een mammoet skelet bevat nog 1 gram Koolstof-14 met een halfwaardetijd van 6000 jaar. De mammoet is 18000 jaar oud. Hoeveel gram Koolstof-14 was er 18000 jaar geleden aanwezig in het skelet?