Het fenotype is in deze vraag dus de malsheid van het vlees. Je moest bedenken hoe de malsheid van vlees getest kan worden en dat dit lastig is in een levend individu. Zonder levende individuen kun je niet verder kruisen.
− Je zou dan van alle zeugen een (flink) biopt moeten nemen om te onderzoeken hoe mals het vlees is, voordat je het dier voor de fok gebruikt.
− Om het vlees te proeven moet je het dier slachten, waardoor je het niet meer voor kruisingen kunt gebruiken.
− Je kunt aan een levend varken niet zien (voelen) hoe mals het vlees zal smaken.