220995 inl FAR + romeinse cijfers

Welkom bij 
Farmaceutisch rekenen 
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
FARMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom bij 
Farmaceutisch rekenen 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even voorstellen 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat ga je in deze les leren?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Onderwerpen 

  • Basis FAR (= romeinse cijfers, metrieke stelsel, decimale voorvoegsels en druppelgewicht)
  • rekenen met mg, ml en conc
  • percentages
  • afleverhoeveelheden
  • bewaartermijnen 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderwerpen 2e en 3e jaar 

  • capsules
  • zetpillen 
  • dermatica 
  • dranken
  • kinderdoseringen 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning FAR 
week 2 Romeinse cijfer
week 3 Metrieke stelsel
week 4 Inhoudsmaten
week 5 Druppelgewicht
week 6 Dichtheid
week 7 Percentage
week 8 Concentratie
week 9 Herhalen

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom Romeinse cijfers?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Romeinse cijfers 
1 = I
5 = V
10 = X
50 = L
100 = C
500 = D
1.000 = M
1 tm 10 in Romeinse cijfers 
1=I
2=II
3=III
4= IV
5=V
6=VI(5 + 1)
7=VII(5 + 2)
8=VIII(5 + 3)
9=IX(10 − 1)
10=X









Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke regels kun je afleiden aan de cijfers 1 tm 10

Slide 10 - Open vraag

cijfers worden opgeteld
max 3x zelfde letter 
klein cijfer voor een groot cijfer= -
groot cijfer voor een klein cijfer =+
Regels Romeinse cijfers
  • Hoogste cijfer vooraan, dus eerst de duizendtallen, dan de honderdtallen, dan de tientallen en ten slotte de eenheden.
  • Elk symbool niet vaker dan drie keer gebruikt. dus niet VIIII maar IX
  • De getallen V, L en D worden nooit vaker dan een keer gebruikt.
  • De I, X en C mogen  1x vóór een hogere waarde staan om aan te geven dat je die hogere waarde moet verlagen:
  •  De symbolen V, L en D worden niet gebruikt om afgetrokken te worden, dus niet VL maar XLV en niet VC maar XCV. 







Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een arts schrijft het volgende voor;
Ibuprofen DC mg da XXV
S IV dd I tabl
Hoeveel tabletten geef je mee van welke sterkte en wat is de dosering?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk 
Maak uit het boek "Farmaceutische rekenen" de vragen van hoofdstuk 1.6 

https://mijn.bsl.nl/hoofdbewerkingen/15247852#h2-1-6-romeinse-cijfers 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies