de samenstellende delen van de huid en het onderhuids bindweefsel noemen, in
afbeeldingen aanwijzen en functie(s) beschrijven:
– bouw, ligging en functies van de delen van de huid, met name:
- opperhuid met hoornlaag met dode cellen en kiemlaag met delende cellen en
zenuwuiteinden (‘pijnzintuig’)
- lederhuid met bloedvaten, haarzakjes, talgklieren, haarspieren, zweetklieren en
zintuigen
- haren
– onderhuids bindweefsel met vetcellen
– de rol van de doorbloeding, vet en de mate van zweten bij de temperatuurregeling
– de rol van de hoornlaag bij de bescherming tegen infecties, uitdroging en
beschadigingen
– de rol van pigment (in de kiemlaag) bij de bescherming tegen ultraviolette straling