Werkwoordspelling basis 3

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

 Oefening voor de toets! 

OPDRACHT

Eerst een paar theorievragen... 

Een zin in de gebiedende wijs heeft GEEN onderwerp.

1. Waar
2. Niet waar

Een voltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt, schrijf je...

1. Zo kort mogelijk.
2. Zo lang mogelijk.

Hoe kun je de persoonsvormen zoeken in en samengestelde zin?

1. Een vraagzin maken.
2. De zin van tijd veranderen.

OPDRACHT

Je krijgt dadelijk steeds een zin te zien. Van één woord uit die zin moet jij aangeven of het de persoonsvorm of het 

voltooid deelwoord is. 

Vanmorgen werd er een pakketje bezorgd.
werd is......

1. persoonsvorm
2. voltooid deelwoord

In dat restaurant is een tafeltje voor ons gereserveerd.
gereserveerd is een:

1. Persoonsvorm
2. Voltooid deelwoord

Twee gidsen laten ons Berlijn zien.
laten is een ...

1. Persoonsvorm
2. Voltooid deelwoord

De verslaggever beschrijft de situatie na de overstroming.
beschrijft is een ...

1. persoonsvorm
2. voltooid deelwoord

Waar ga jij naartoe deze zomer?
Waar is een ...

1. Persoonsvorm
2. Voltooid deelwoord
3. Geen van beide

OPDRACHT

Welk woord past in de zin? Kies steeds het juiste antwoord. Denk aan de spellingsregels!

Ik .... jou stevig vast.

1. houd
2. hout
3. houdt
4. houden

Hij ... niet van oneerlijke mensen.

1. houd
2. hout
3. houdt
4. houden

Ik ... hard om zijn mop.

1. lachte
2. lachde
3. lachten
4. lachtte

De trainer ... dat we beter ons best moeten doen.

1. vind
2. vindt

De baby van de buren ... 's nachts heel slecht.

1. slaapte
2. slaapde
3. sliep
4. slaapten

De docent ... al mijn vragen over de leerstof.

1. beantwoord
2. beantwoordt

De docent ... al mijn vragen over de leerstof.

1. beantwoorde
2. beantwoordde
3. beantwoorden
4. beantwoordden

Heb jij toestemming aan je ouders ...

1. gevraagd
2. gevraagt
3. gevraagdt

Het werkstuk is nog mooier geworden dan ...

1. gehoopt
2. gehoopd
3. gehoopdt

Pas op, de muren zijn net ...

1. geverft
2. gevervt
3. geverfd
4. gevervd

OPDRACHT

Vul zelf de juiste vorm van het werkwoord in.

Let op: tt = tegenwoordige tijd en vt = verleden tijd

weigeren (tt)
De hond ... te gehoorzamen.

mogen (vt)
Gisteren ... Gina de paarden verzorgen.

kleven (tt)
Het snoepje ... aan mijn tanden.

kleven(vt)
De snoepjes ... aan onze tanden.

raden (tt)
Volgens mij … niemand het antwoord.

raden (vt)
Volgens mij … niemand het antwoord.

verhuizen (tt)
Volgend jaar … dit bedrijf naar een nieuw pand.

verhuizen (vt)
Vorig jaar … wij van een dorp naar een stad.

OPDRACHT

Maak van elke 'gewone' zin een zin in de gebiedende wijs.  

Je moet naar school gaan.

Wil je nog even boodschappen doen?

Je moet echt eens volwassen worden.

OPDRACHT

Let op de voltooid deelwoorden bijvoeglijk gebruikt 

In welke zin is het bijvoeglijk naamwoord goed geschreven?

1. De gebraden kip smaakt lekker.
2. De gebrade kip smaakt lekker.

In welke zin is het bijvoeglijk naamwoord goed geschreven?

1. De vergrote foto is erg mooi.
2. De vergrootte foto is erg mooi.

In welke zin is het bijvoeglijk naamwoord goed geschreven?

1. De gehaatte dictator stopt met werken.
2. De gehate dictator stopt met werken.

OPDRACHT

Welke zin is goed geschreven?

In welke zin zijn alle werkwoorden correct gespeld?

1. Het is gisteren gebeurt.
2. Het is gisteren gebeurd.

In welke zin zijn alle werkwoorden correct gespeld?

1. Ik vindt dat dieren een goed leven moeten hebben.
2. Ik vind dat dieren een goed leven moeten hebben.

In welke zin zijn alle werkwoorden correct gespeld?

1. Wij haastten ons gisteren naar de bus.
2. Wij haasten ons gisteren naar de bus.

In welke zin zijn alle werkwoorden correct gespeld?

1. Hij heeft zich bij mij gemeld.
2. Hij heeft zich bij mij gemeldt.
3. Hij heeft zich bij mij gemelt.

In welke zin zijn alle werkwoorden correct gespeld?

1. Annie vluchte de wc in.
2. Annie vluchtte de wc in.

In welke zin zijn alle werkwoorden correct gespeld?

1. Het bruidspaar heeft de hele avond gedanst.
2. Het bruidspaar heeft de hele avond gedansd.

In welke zin zijn alle werkwoorden correct gespeld?

1. Je rijdt in een luxe wagen.
2. Je rijd in een luxe wagen.

OPDRACHT

Elke tekst bevat een spellingsfout. Zie jij welk woord er fout is geschreven? Noteer EERST het foutgespelde woord en DAARNA hoe het woord wel geschreven moet worden. 

Voorbeeld:  praaten - praten

Goed kunnen spellen en schrijven is nog steeds belangrijk, want op een sollicitatiebrief met spelfouten wordt je keihard afgerekend.

Hij word iedere dag door zijn vriendin gebeld.

Rob baalde flink toen zijn nieuwe fiets gestolen werdt.

De kapper heeft mijn haar geverfd, helaas is het kleuren niet geslaagt.