Les8-Parlementairedemocratieherhalingsles
1 / 23
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Uit welke twee onderdelen bestaat het kabinet?
A
Ministers+de koning
B
Ministers+
staatssecretarissen
C
Staatssecretarissen
+koning
D
Ministers+ ambtenaren
Slide 2 - Quizvraag
Welke partijen zitten er op dit moment in het kabinet?
A
PVDA+VVD+D66
B
VVD+CDA+D66+
Groenlinks
C
Groenlinks+D66+PVDA
D
VVD+CDA+CU+D66
Slide 3 - Quizvraag
Uit welke twee onderdelen bestaat de regering?
A
Ministers+
staatssecretarissen
B
Minister president+ Koning
C
Ministers+Koning
D
Minister+ambtenaren
Slide 4 - Quizvraag
De volgende partijen zijn allemaal oppositiepartijen
A
VVD+CDA+CU
B
Denk+SGP+CU
C
D66+Groenlinks+PVDA
D
PVDD+Forum+50 plus
Slide 5 - Quizvraag
Waaruit uit bestaat de Staten-Generaal?
A
Tweede Kamer+ Eerste Kamer
B
Tweede Kamer
C
Eerste Kamer
D
Koning+Ministers
Slide 6 - Quizvraag
Welk recht heeft de Eerste Kamer niet?
A
Motie
B
Parlementaire enquête
C
Stemrecht
D
Recht van initiatief
Slide 7 - Quizvraag
Wat betekent het recht van amendement?
A
De rijksbegroting goed of afkeuren
B
Verzoek aan de minister om iets te doen
C
Een wijzigingsvoorstel op een wetsvoorstel
D
Recht om vragen te stellen
Slide 8 - Quizvraag
Een kenmerk van de sociaal-democratische stroming is..
A
Persoonlijke vrijheid
B
Zo min mogelijk overheidsbemoeienis
C
Bescherming van de zwakkeren
D
Zorgzame samenleving.
Slide 9 - Quizvraag
Met rentmeesterschap wordt bedoeld
A
Geen rente vragen over producten
B
Goed zorgen voor de aarde die in bruikleen is
C
Wel rente vragen over producten
D
Goed zorgen voor je naasten
Slide 10 - Quizvraag
Wat betekent het woord constitutionele in het begrip constitutionele monarchie?
A
De koning heeft absolute macht
B
De koning heeft geen macht
C
Een land met een monarchie
D
Macht koning vastgelegd in grondwet
Slide 11 - Quizvraag
Bij verkiezingen mag je stem uit brengen voor de samenstelling van
A
Kabinet
B
Tweede Kamer
C
Regering
D
Burgemeester
Slide 12 - Quizvraag
In de gemeente heb je stemrecht om.............. te kiezen
A
Gemeenteraadsleden
B
A en C zijn goed
C
Burgemeester
D
Statenleden
Slide 13 - Quizvraag
De bestuurders binnen de provincie heten
A
Statenleden+ wethouders
B
Burgemeester+ wethouders
C
Gedeputeerden+
Commissaris v.d Koning
D
Ministers+ staatssecretarissen
Slide 14 - Quizvraag
De volksvertegenwoordigers binnen de provincie heten:
A
Gedeputeerden
B
Ambtenaren
C
Wethouders
D
Statenleden
Slide 15 - Quizvraag
De Statenleden kiezen de leden voor de Eerste Kamer dit noem je:
A
Directe verkiezingen
B
Benoeming
C
Fraude
D
Getrapte verkiezingen
Slide 16 - Quizvraag
De functie van wethouder is te vergelijken met de functie van
A
Statenlid
B
Minister
C
Koning
D
Gemeenteraadslid
Slide 17 - Quizvraag
Het parlement heeft......... leden
A
150
B
75
C
225
D
250
Slide 18 - Quizvraag
Het kabinet wordt gecontroleerd door:
A
De regering
B
Ministers
C
Het parlement
D
Europees Parlement
Slide 19 - Quizvraag
Op Prinsjesdag wordt .............voorgelezen en de ............gepresenteerd
A
rede, miljardennota
B
planning en kosten
C
begroting, plannen
D
troonrede, miljoenennota
Slide 20 - Quizvraag
Geert Wilders maakt deel uit van:
A
Coalitie
B
Kabinet
C
Oppositie
D
Eerste Kamer
Slide 21 - Quizvraag
Hoeveel vragen had je goed? Wat vond je van deze les?
