Parlementairdemocratie-herhalingsles

Vandaag
  • Maatschappijleer in de actualiteit
  • Herhaling/Quizvragen Parlementaire Democratie
  • Uitleg paragraaf 3.7. 
  • lesdoelencheck
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Vandaag
  • Maatschappijleer in de actualiteit
  • Herhaling/Quizvragen Parlementaire Democratie
  • Uitleg paragraaf 3.7. 
  • lesdoelencheck

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Link

Wie beslist volgens deze video over het datacentrum in zeewolde?

Slide 3 - Open vraag

Welke begrippen uit paragraaf 3.1 t/m 3.6 komen in dit filmpje terug?

Slide 4 - Woordweb

Uit welke twee onderdelen bestaat de regering?
A
Ministers+de koning
B
Ministers+ staatssecretarissen
C
Staatssecretarissen +koning
D
Ministers+ ambtenaren

Slide 5 - Quizvraag

De volgende partijen zijn allemaal oppositiepartijen
A
VVD+CDA+CU
B
Denk+SGP+CU
C
D66+Groenlinks+PVDA
D
PVDD+Forum+50 plus

Slide 6 - Quizvraag

Waaruit uit bestaat de Staten-Generaal?
A
Tweede Kamer+ Eerste Kamer
B
Tweede Kamer
C
Eerste Kamer
D
Koning+Ministers

Slide 7 - Quizvraag

Welk recht heeft de Eerste Kamer niet?
A
Motie
B
Parlementaire enquête
C
Stemrecht
D
Recht van initiatief

Slide 8 - Quizvraag

Wat betekent het recht van amendement?
A
De rijksbegroting goed of afkeuren
B
Verzoek aan de minister om iets te doen
C
Een wijzigingsvoorstel op een wetsvoorstel
D
Recht om vragen te stellen

Slide 9 - Quizvraag

Een kenmerk van de sociaal-democratische stroming is..
A
Persoonlijke vrijheid
B
Zo min mogelijk overheidsbemoeienis
C
Bescherming van de zwakkeren
D
Zorgzame samenleving.

Slide 10 - Quizvraag

Met rentmeesterschap wordt bedoeld
A
Geen rente vragen over producten
B
Goed zorgen voor de aarde die in bruikleen is
C
Wel rente vragen over producten
D
Goed zorgen voor je naasten

Slide 11 - Quizvraag

Wat betekent het woord constitutionele in het begrip constitutionele monarchie?
A
De koning heeft absolute macht
B
De koning heeft geen macht
C
Een land met een monarchie
D
Macht koning vastgelegd in grondwet

Slide 12 - Quizvraag

Bij verkiezingen mag je stem uit brengen voor de samenstelling van
A
Kabinet
B
Tweede Kamer
C
Regering
D
Burgemeester

Slide 13 - Quizvraag

De Statenleden kiezen de leden voor de Eerste Kamer dit noem je:
A
Directe verkiezingen
B
Benoeming
C
Fraude
D
Getrapte verkiezingen

Slide 14 - Quizvraag

Een demissionair kabinet
A
moet nog benoemd worden
B
is benoemd voor vier jaar
C
is er voor een kabinetscrisis
D
handelend alleen lopende zaken af

Slide 15 - Quizvraag

Het parlement heeft......... leden
A
150
B
75
C
225
D
250

Slide 16 - Quizvraag

Het kabinet wordt gecontroleerd door:
A
De regering
B
Ministers
C
Het parlement
D
Europees Parlement

Slide 17 - Quizvraag

Op Prinsjesdag wordt .............voorgelezen en de ............gepresenteerd
A
rede, miljardennota
B
planning en kosten
C
begroting, plannen
D
troonrede, miljoenennota

Slide 18 - Quizvraag

Thierry Baudet maakt deel uit van
A
Eerste Kamer
B
Kabinet
C
Tweede Kamer
D
Regering

Slide 19 - Quizvraag

Geert Wilders maakt deel uit van:
A
Coalitie
B
Kabinet
C
Oppositie
D
Eerste Kamer

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Hoe noem je de uitvoerende macht in een gemeente? en in een provincie?

Slide 28 - Open vraag

Hoe noem je de volksvertegenwoordiging in een gemeente? en in een provincie?

Slide 29 - Open vraag

Hoe noem je de voorzitter van de uitvoerende macht in een gemeente? en in een provincie?

Slide 30 - Open vraag

Vraag:
Welke taken heeft een gemeente?


Slide 31 - Tekstslide

Vraag:
Welke taken heeft een provincie?


Slide 32 - Tekstslide

Vragen?

Slide 33 - Woordweb