Via Vervolg A thema 1 hoofdst. 6 stripverhalen/fictie non fictie

Nederlands


Ga rustig zitten
Pak je boek
Pak je pen
Log even in Lessonup.app
Jas aan de kapstok
Oortjes uit

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Nederlands


Ga rustig zitten
Pak je boek
Pak je pen
Log even in Lessonup.app
Jas aan de kapstok
Oortjes uit

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Nu jij:
Ik vind jouw trui mooi.
Feit of mening?
A
feit
B
mening

Slide 3 - Quizvraag

Ik lees wel eens een stripboek
Ja
Nee

Slide 4 - Poll

Leerdoel van deze les
*Aan het einde van deze les ken je het verschil tussen fictie en non-fictie.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

fictie

Verzonnen verhalen. De schrijver fantaseert: Hij heeft het verhaal zelf bedacht.

bijv:

Leesboek, stripverhaal, musical, game

Slide 7 - Tekstslide

non-fictie

Verhalen over de werkelijkheid. de schrijver heeft het niet bedacht: het is echt gebeurd of geeft informatie

bijv: krantenbericht, tijdschriftartikel,schoolboek,

jeugdjournaal

Slide 8 - Tekstslide

Dus
Fictie = alles wat verzonnen is.

Non- fictie = alles wat niet verzonnen is. 

Slide 9 - Tekstslide


A
fictie
B
non fictie

Slide 10 - Quizvraag


A
fictie
B
non fictie

Slide 11 - Quizvraag


A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 12 - Quizvraag


Wat is dit?
timer
0:10
A
fictie
B
non-fictie

Slide 13 - Quizvraag

Vormen van fictie zijn:
timer
0:10
A
Strips, gedichten, korte verhalen, series, films, musicals
B
Kookboeken, reisgidsen, informatiefolders
C
Krant, tijdschriften, poster

Slide 14 - Quizvraag

voorbeelden van non-fictie zijn:

timer
0:10
A
schoolboeken / krantenartikelen
B
De musical 'Cats'
C
sprookjes / stripverhalen
D
boeken van Carry Slee

Slide 15 - Quizvraag

Strips

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Spreekballonnen en denkwolken.

Slide 18 - Tekstslide

Striptaal verschillende lettegrooottes en lettertypes

Slide 19 - Tekstslide

Tekeningen in bepaalde volgorde. 
Soms maak je een sprong in de tijd of verandert de plaats waar het verhaal zich afspeelt.

Slide 20 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Hoe?
Zelfstandig 
Ik loop rond voor vragen
Blz.
70 t/m 77
Opdr.
1 t/m 4
Klaar?
-Controleer jezelf
-Lever je boek in bij docent
-Ga verder in Numo of Nieuwsbegrip
timer
20:00

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video