In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
havo 4 en vwo 4
Formuleren inclusief theorie
Slide 1 - Tekstslide
Formuleren
De volgende formuleerfouten moet je kennen:
tautologie
pleonasme
contaminatie
dubbele ontkenning
onjuiste herhaling
onjuiste herhaling
verwijsfout
incongruentie
dat/als-constructie
losstaand zinsgedeelte
foutieve samentrekking
foutieve beknopte bijzin
geen symmetrie
onjuiste inversie
Slide 2 - Tekstslide
Verschil hen hun
Hun gebruik je als bezittelijk voornaamwoord [hun huis] en als meewerkend voorwerp [ik geef het hun (hier kun je het voorzetsel voor denken maar staat het er niet).
Na een voorzetsel gebruik je hen [ik ga met hen naar school] en als lijdend voorwerp [ik versla hen].
Hun gebruik je nooit als onderwerp, dan gebruik je ze/zij. Hun doen of hun gaan is dus fout!
Slide 3 - Tekstslide
Wat schrijf je op de puntjes? Heeft de leraar ---- niet uitgelegd hoe.... de toets het beste kunnen leren?
A
hen,hun
B
hun,hun
C
hun,zij
D
hen,zij
Slide 4 - Quizvraag
Incongruentie
Getal van persoonsvorm en onderwerp komt niet overeen
Het onderwerp staat bijvoorbeeld in het enkelvoud en de persoonsvorm in het meervoud.
Komt vaak voor bij woorden die voor je gevoel meervoud zijn: aantal, jeugd, kudde, politie
Slide 5 - Tekstslide
Het resultaat van de enquêtes over online-lessen zullen worden gepubliceerd in de nieuwsbrief
A
goed
B
fout
Slide 6 - Quizvraag
Foutieve samentrekking
Samentrekken, woorden die in het vervolg van de zin herhaald worden, maar dan moet aan drie voorwaarden worden voldaan:
1. betekenis, 2. vorm/getal en 3. gram. functie moeten gelijk zijn.
foute voorbeelden:
1. De herderinnetjes hielden een kudde en van ieder schaap.
2. Er wordt een squashcentrum aangelegd en zeven tennisbanen
3. De Tweede kamer heeft de wet aangenomen en geldt nu.
Slide 7 - Tekstslide
Verbeter de zin: De docent had goed nagekeken en volkomen gelijk dat het antwoord fout was.
Slide 8 - Open vraag
Foutieve beknopte bijzin
In een beknopte bijzin, zijn onderwerp en persoonsvorm weggelaten. Dit is goed wanneer dit weggelaten onderwerp gelijk is aan het onderwerp in de hoofdzin. drie soorten:
- met een voltooid deelwoord: Bij het theater aangekomen...
- met een onvoltooid deelwoord: Fietsend op de Veluwe...
- met te + hele werkwoord: Na drie uur overlegd te hebben...
Slide 9 - Tekstslide
Verbeter de zin: Ingesneeuwd in de berghut, redde een helikopter de bergwandelaars.
Slide 10 - Open vraag
Symmetrie
Symmetrie is een duur woord voor gelijkheid
Er zijn verschillende vormen van symmetriefouten, zoals de volgende twee:
Men/men of je/je
Voltooide tijd en onvoltooide tijd : Ik kocht een cadeau voor je maar heb het nog niet ingepakt. Moet zijn ik heb gekocht en ik heb het nog niet ingepakt of kocht en pakte in.
Slide 11 - Tekstslide
Verbeter de zin: Vroeger zag men veel blauw op straat, maar tegenwoordig zie je steeds meer boa's.
Slide 12 - Open vraag
Luid zingend werden de cadeautjes bezorgd.
A
Incongruentie
B
Foutieve beknopte bijzin
C
foutieve samentrekking
D
geen symmetrie
Slide 13 - Quizvraag
Slechts een kleine minderheid van de studenten waren tevreden over de online-lessen.
A
Incongruentie
B
Foutieve beknopte bijzin
C
foutieve samentrekking
D
geen symmetrie
Slide 14 - Quizvraag
Na getankt te hebben, reed de bus weer verder.
A
Incongruentie
B
Foutieve beknopte bijzin
C
foutieve samentrekking
D
geen symmetrie
Slide 15 - Quizvraag
Zinsopbouw
Ook in de zinsopbouw worden fouten gemaakt.
dat/als constructie
losstaand zinsgedeelte
foutieve inversie
Slide 16 - Tekstslide
Dat/als constructie
Onder deze stijlfout vallen ook: omdat/ als, omdat/wanneer, dat/wanneer.
Deze fout is gemakkelijk te herkennen, want de woorden staan letterlijk naast elkaar in de zin.
Probeer zo’n zin maar eens hardop voor te lezen: je hapert tussen [dat] en [als].
De oplossing is eenvoudig: je pakt het zinsgedeelte het [als] op en plakt het achteraan de zin.
Slide 17 - Tekstslide
Verbeter de zin: Ben je ervan op de hoogte dat wanneer je meedoet met het schoolkoor, je een extra cijfer krijgt?
timer
1:00
Slide 18 - Open vraag
Losstaand zinsgedeelte
Als een zin lang wordt, ben je geneigd maar een punt te zetten.
Dat kan niet altijd: elke zin heeft een hoofdzin nodig. Dit is een zin waarin onderwerp en persoonsvorm naast elkaar staan.
Slide 19 - Tekstslide
Het blijft een vraag hoelang we nog in lockdown zitten. Omdat we niet weten wanneer de besmettingen dalen.
A
goed
B
fout
Slide 20 - Quizvraag
Foutieve inversie
Inversie betekent omdraaiing. In het tweede gedeelte van de zin zijn onderwerp en persoonsvorm verwisseld
De oplossing is simpel: zet het onderwerp weer voor de persoonsvorm of plaats een zinsdeel voor de persoonsvorm
Mijn huiswerk heb ik al gemaakt en ga ik nu voetballen: ik ga nu of nu ga ik.
Slide 21 - Tekstslide
Gisteren liep ik over straat naar mijn werk en fiets ik vandaag daar naar toe.
A
goed
B
fout
Slide 22 - Quizvraag
Dubbelop
Naast ongelijkheid en fouten in zinsopbouw is er ook een aantal fouten waarbij er sprake is van dubbelop:
- pleonasme
- tautologie
- contaminatie
- dubbele ontkenning
- onjuiste herhaling
Slide 23 - Tekstslide
Tautologie
- Twee woorden die hetzelfde betekenen. Maar en echter in 1 zin bijvoorbeeld.
- Oplossing: Eén van de twee weglaten.
Slide 24 - Tekstslide
Pleonasme
- Lijkt veel op tautologie, ook nu zeg je iets dubbelop
- Verschil: je kunt niet een van de twee weglaten, maar slechts 1.
- Je herhaalt/benadrukt een kenmerk : Witte sneeuw
Slide 25 - Tekstslide
Contaminatie
- Ook nu weer sprake van dubbelop.
- twee uitdrukkingen / woorden die samengevoegd worden.
waardoor onjuiste uitdrukking bestaat
- lastig te herkennen omdat je moet weten om welke
uitdrukkingen het gaat.
Slide 26 - Tekstslide
Dubbele ontkenning
- Hierbij maak je vaak gebruik van het woord [niet/geen] in combinatie met een ‘negatief’ werkwoord [ontkennen/voorkomen]. - wiskunde: min en min wordt plus. - Daarmee heb je de omgekeerde betekenis van wat je wilt zeggen. - Haal er 1 ontkenning uit.
Slide 27 - Tekstslide
Welke formuleerfout? Ik lees graag boeken over de samenleving zoals bijvoorbeeld 'Alle mensen deugen' van Rutger Bregman.
Slide 28 - Open vraag
Welke formuleerfout? De kerstman deelde gratis cadeautjes uit.
Slide 29 - Open vraag
Welke formuleerfout? De Arena behoort tot één van de mooiste stadions van Nederland
Slide 30 - Open vraag
Welke formuleerfout? Hij probeert te voorkomen dat er geen fouten gemaakt worden
Slide 31 - Open vraag
Onjuiste herhaling
- vaak slordigheidsfout
- vaak in langere zinnen, dan staat een voorzetsel aan het begin van de zin en aan het eind nogmaals.
- Eén van de twee weglaten.
Slide 32 - Tekstslide
Verbeter de volgende zin: Op zo’n partij zou je ook niet op moeten stemmen.
Slide 33 - Open vraag
Welke formuleerfout? Het leerwerk had Bas van tevoren goed gepland
A
Pleonasme
B
Tautologie
C
contaminatie
D
onjuiste herhaling
Slide 34 - Quizvraag
Aan dat gepraat over voetbal op zondagavond heb ik een hekel aan.
A
Pleonasme
B
Tautologie
C
contaminatie
D
onjuiste herhaling
Slide 35 - Quizvraag
In iedere vaste standaarduitrusting zit een zakmes verpakt.
A
pleonasme
B
tautologie
C
contaminatie
D
onjuiste herhaling
Slide 36 - Quizvraag
Welke formuleerfout? Je moet echt afstand houden, want dat is immers beter tegen de verspreiding van het virus.
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.