Klimaat

Het klimaat
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijPraktijkonderwijsLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Het klimaat

Slide 1 - Tekstslide

Wat wordt er bedoeld met het weer?

Slide 2 - Open vraag

Het weer
- Temperatuur
- Luchtvochtigheid
- Neerslag 
- Bewolking 
- Wind

Slide 3 - Tekstslide

Wat meet je als je
"het weer" wilt bepalen?
A
Warmte en de kou
B
Warmte, regen en wind
C
Hoeveel graden het is over lange tijd
D
Warmte en de temperatuur

Slide 4 - Quizvraag

Wat wordt er bedoeld met
het klimaat?

Slide 5 - Open vraag

Het klimaat
= een gemiddelde
= over een langere periode gemeten:
temperatuur, luchtvochtigheid, neerslag, bewolking, wind

Slide 6 - Tekstslide

Hoe kun je het klimaat van
een gebied bepalen?
A
Je meet de warmte, neerslag en de wind.
B
Je meet hoe warm het is gedurende 1 jaar.
C
Je meet het weer over een lange tijd.
D
Je kijkt naar de zomer- en wintertemperatuur.

Slide 7 - Quizvraag


Hoe lang moet je naar het weer op een bepaalde plek kijken om het klimaat te bepalen?
A
30 dagen
B
30 weken
C
30 maanden
D
30 jaar

Slide 8 - Quizvraag

De AARDE is niet overal even WARM

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Onze planeet kent verschillende klimaatzones. Kijk maar eens naar de afbeelding en tekst hiernaast!
het poolklimaat
De gemiddelde temperatuur van de warmste maand is niet hoger dan 10 °C. De Noord- en Zuidpool zijn voorbeelden van een poolklimaat.
droge klimaten
Er is hier te weinig neerslag voor boomgroei en permanente rivieren. Denk hierbij aan een woestijn-, steppe- en savanneklimaat. 
het zeeklimaat
Gemiddelde temperatuur van de koudste maand is hoger dan -3 °C maar niet hoger dan 18 °C, gemiddelde temperatuur van de warmste maand is hoger dan 10 °C. Nederland heeft ook een zeeklimaat.
het Mediteraan klimaat
De meeste regen valt in de winter. De temperatuur is dan mild. De droogste maand van het jaar is in de zomer. In de winter valt er meer dan drie keer zoveel regen als in de droogste maand van het jaar.
het tropisch klimaat
Gemiddelde temperatuur in een gebied is niet lager dan 18°C in de koudste maand. De temperatuur blijkt redelijk gelijk. De grootste verschillen in de seizoenen komt door de neerslag.

Slide 11 - Tekstslide

Sleep het juiste klimaat naar de juiste afbeelding!
Tropisch klimaat
Poolklimaat
Woestijnklimaat
Zeeklimaat

Slide 12 - Sleepvraag

In welk klimaat hoort het?
Kijk naar de afbeeldingen.
In welk klimaat past de afbeelding?

Slide 13 - Tekstslide


A
Woestijnklimaat
B
Poolklimaat
C
Zeeklimaat
D
Tropisch klimaat

Slide 14 - Quizvraag


A
Poolklimaat
B
Tropisch klimaat
C
Woestijnklimaat
D
Mediterraan klimaat

Slide 15 - Quizvraag


A
Woestijnklimaat
B
Tropisch klimaat
C
Poolklimaat
D
Zeeklimaat

Slide 16 - Quizvraag


A
Tropisch klimaat
B
Woestijnklimaat
C
Poolklimaat
D
Landklimaat

Slide 17 - Quizvraag

Welk klimaat heeft Nederland?

Slide 18 - Open vraag


Klimaatverandering

Slide 19 - Tekstslide

Klimaatverandering
Wat betekent het:
- Extremere weersomstandigheden 
* Meer stortregens of langere droge periodes
* Zwaardere stormen
* Extreme hittes 

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Weet jij te ontsnappen aan de gevolgen van klimaatverandering?



- Escaperoom 
- 21 november
- Onder schooltijd
- Groepje van 4 leerlingen

Slide 22 - Tekstslide

Lijkt het jou leuk om mee te doen aan een escaperoom?
Weet jij te ontsnappen?

Ik wil graag mee doen!
Ik wil niet mee doen.

Slide 23 - Poll