De regering
1 / 23
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 5 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Is een sociaal grondrecht afdwingbaar bij de rechter?
A
Ja
B
Nee
Slide 6 - Quizvraag
Sociale grondrechten zijn niet afdwingbaar bij de rechter, maar klassiek grondrechten wel. Zo kan een burger een kort geding aanspannen als de gemeente zonder goede reden een demonstratie verbied.
Een wetsvoorstel moet eerst door de eerste kamer en daarna door de tweede kamer.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quizvraag
Onjuist
Eerste moet de tweede kamer akkoord zijn en daarna gaat het naar de eerste kamer.
Scheiding der machten:
Er is geen macht die boven de andere macht staat.
Er is geen macht die boven de andere macht staat.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Kiesrecht
Recht op huisvesting
Recht op privacy
Discriminatieverbod
Sociale zekerheid
Onderwijs
Godsdienst vrijheid
Gezondheidszorg
Slide 9 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 10 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Regering
Slide 11 - Woordweb
Als je het woord regering ziet staan. Waar denk je dan aan?
Noem alles wat er in je op komt!
Slide 12 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 13 - Tekstslide
De regering sluit daarnaast internationale verdragen, stelt het buitenlandse beleid vast, regelt de defensie en benoemt burgemeesters, commissarissen van de koning en leden van de rechterlijke macht. De in de grondwet genoemde taken voert de regering uit onder controle van het parlement.
Slide 14 - Tekstslide
In Nederland bestaat de regering uit het staatshoofd (de koning) en de ministers. De ministers dragen alle verantwoordelijkheid, ook voor dingen die de koning doet en zegt.
De koning is, zoals het officieel heet, onschendbaar en heeft geen feitelijke macht. De regering wordt gecontroleerd door het parlement.
Slide 15 - Sleepvraag
https://www.rijksoverheid.nl/regering/bewindspersonen om foto's te bekijken (eventuele updates checken)
Dit zijn de namen van de premier en zijn ministers in de regering (Rutte 3)
Sleep de foto naar de juiste naam!
Slide 16 - Tekstslide
- De ministers staan aan het hoofd van een ministerie of departement. Naast het vormgeven en uitvoeren van beleid moeten ze dus leiding geven aan vaak vele honderden ambtenaren. Op dit ogenblik zijn er elf departementen. Maar dit aantal kan bij elke kabinetsformatie weer anders zijn. Ook de namen en de taken van ministeries kunnen veranderen.
- Naast ministers zijn er ook staatssecretarissen. Een staatssecretaris is een soort onderminister, maar hij vervangt een minister niet wanneer deze afwezig is.
- Minister en staatssecretaris maken samen afspraken wie zich waarmee bezighoudt. Alle ministers en staatssecretarissen samen vormen het kabinet. Hier hoort de koning niet bij.
Slide 17 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Een staatsecretaris bepaald wat de minister gaat doen.
A
juist
B
onjuist
Slide 18 - Quizvraag
Precies het omgekeerde. De staatsecretaris helpt de minister bij zijn of haar ministerie.
Ze gaan bijvoorbeeld het land in naar bijeenkomsten, maar komen altijd in overleg met de minister.
Hoeveel minsterposten zijn er op dit moment?
A
10
B
13
C
15
D
16
Slide 19 - Quizvraag
15
Dit veranderd elke regeringsperiode. De coalitie partijen bepalen altijd tijdens de onderhandelingen welke posten er moeten zijn. Dit heeft ook te maken met hun eigen partij programma en wat zij als partij belangrijk vinden.
Wie is nu de minister van financiën?
A
Stef Blok
B
Ank Bijleveld
C
Hugo de Jonge
D
Wopke Hoekstra
Slide 20 - Quizvraag
Wopke Hoekstra (2020)
Wie stelt de miljoenennota op?
A
Elke minister schrijft over zijn/haar ministerie
B
De minister president
C
De minister van financiën met ministers
D
De minister president en minister van financiën
Slide 21 - Quizvraag
De minister van financiën stelt deze op, maar doet dit samen met de verschillende ministers. Zij vertellen wat ze nodig hebben voor hun ministerspost en de minister van financiën maakt vervolgens de miljoenennota op.
De troonrede wordt door de minister president geschreven.
Wie leest de troonrede voor?
A
De minister president
B
De koning
C
De minister van financiën
D
De ministers afzonderlijk
Slide 22 - Quizvraag
Dat is natuurlijk de koning.
Slide 23 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
