VEI M4 12.2 Voedingsmiddel en voedingsstoffen 2023 2024

 Voeding en vertering
12.2 Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
Welkom allemaal!
Leg alvast op je tafel:
B-boek biologie
schrift en pen
Laptop (dicht)
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

 Voeding en vertering
12.2 Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
Welkom allemaal!
Leg alvast op je tafel:
B-boek biologie
schrift en pen
Laptop (dicht)

Slide 1 - Tekstslide

Lesverloop
  1. Terugkoppelingsvragen
  2. Uitleg
  3. Kennisvragen
  4. Zelfstandig werken 

Slide 2 - Tekstslide

Kennisvragen 12.1 Enzymen

Slide 3 - Tekstslide

Verteringssappen bevatten enzymen. Wat zijn enzymen?
A
indicatoren
B
slotjes voor sleutels
C
stoffen die het afbreken van voedingsstoffen versnellen
D
stofjes die het beste werken bij 37 graden

Slide 4 - Quizvraag

Welk enzym vertoont de grootste enzymactiviteit?
A
X
B
Y
C
Z

Slide 5 - Quizvraag

Hoe werken enzymen? Zet in de juiste volgorde.
enzym knipt voedingsstof in tweeën
enzym bindt aan voedingsstof
enzym laat los
voedingsstof is (deels) afgebroken

Slide 6 - Sleepvraag

B2 - Voedingsmiddel en voedingsstoffen

Slide 7 - Tekstslide

Doelen van deze paragraaf
  • Je kan functies van voedingsstoffen en voedingsvezel noemen
  • Je kan de zes groepen voedingsstoffen met functies en kenmerken noemen


Slide 8 - Tekstslide

Plantaardig of dierlijk
Voedingsmiddelen - alles wat je eet/drinkt
Voedingsstoffen - de nuttige stoffen in voedingsmiddelen 

Plantaardig -> afkomstig van planten                                          Dierlijk -> afkomstig van dieren

Slide 9 - Tekstslide

Functies van voedingsstoffen
Voedingsstoffen kunnen dienen als:
  • Brandstof - geven energie (warmte, beweging)
  • Bouwstof - groei, ontwikkeling en herstel 
  • Beschermende stof - houden je gezond
  • Reservestof - bruikbaar als brandstof of bouwstof, opgeslagen voor later

Slide 10 - Tekstslide

Zes groepen voedingsstoffen
  1. Koolhydraten
  2. Eiwitten
  3. Vetten
  4. Water
  5. Mineralen
  6. Vitaminen
Neem deze 6 goed in je op!
Deze eerste drie moeten worden verteerd!
Met behulp van verschillende enzymen!

Slide 11 - Tekstslide

Koolhydraten
Brandstof, reservestof (kan als bouwstof)

  • Suiker (Glucose, fructose), zetmeel, Vezels

  • Te veel binnen -> omgezet in vet

  • Beinvloeden de bloedsuikerspiegel 

  • Veel in plantaardig voedsel, weinig in dierlijk voedsel

Slide 12 - Tekstslide

Eiwitten
Belangrijke bouwstoffen, kan als brandstof

  • Herstel en opbouw van cellen

  • Eiwitten zijn bouwstenen voor het lichaam (bijvoorbeeld: opbouw van spieren)

  • Te veel -> plas je uit of gebruik je als brandstof, marathon renners einde finish (stinkt)
  • Lichaam kan geen eiwitten opslaan

Slide 13 - Tekstslide

Vetten
Vooral brandstof, ook bouwstof en reservestof

  • Verzadigd - dierlijke vetten (Vlees, eieren, melkproducten)

  • Onverzadigd - plantaardige vetten (noten, zaden)

  • Transvetten = onbewerkte onverzadigde vetten, deze zijn slecht voor je (chips, koekjes, frituur)

Slide 14 - Tekstslide

Water
Bouwstof 
  • Menselijk lichaam bestaat  55-65% uit water
  • Hersenen 80% uit water (hoofdpijn water drinken)
  • Vervoer van stoffen via bloed én
  • Bouwstof
  • Water zit in fruit, frisdrank, sommige groente

Slide 15 - Tekstslide

Mineralen en vitaminen
Mineralen
  •  Verschillende zouten (kalk, calcium, ijzer)
  • Bouwstof & beschermende stof

Vitaminen 
  • Met letters aangegeven
  • Beschermende stof
Tekort aan mineralen of vitamines = slechtere weerstand

Slide 16 - Tekstslide

Weet welke functies!!

Slide 17 - Tekstslide

Voedingsvezels
Zijn: 
  • GEEN voedingsstof, want  worden  niet opgenomen in het bloed
Wel belangrijk voor:
  • Darmflora (bacteriën in de dikke darm)
  • Darmperistaltiek (goed kneden van de voedselbrok, voor een goede stoelgang)

Zitten in groente, fruit en volkoren-producten
  • Celwanden van plantencellen

Slide 18 - Tekstslide

B-Boek blz. 24: maak nu opdracht 1, 2 en 3
timer
4:00

Slide 19 - Tekstslide

Voedingsstoffen aantonen met een indicator
Zetmeel  - jodium/joodoplossing
Als er zetmeel in een product zit kleurt een druppel jodium blauw/zwart

Glucose - teststrook die verkleurt


Indicator is een "aanwijsstof", een bepaalde stof waarmee je kunt laten zien dat een bepaalde andere stof aanwezig is.

Slide 20 - Tekstslide

Kennisvragen

Slide 21 - Tekstslide

Wat is een voedingsstof?
A
Alles wat je eet of drinkt
B
alle onverteerbare stoffen in plantaardig voedsel
C
Alle bruikbare stoffen uit voedingsmiddelen

Slide 22 - Quizvraag

Voedingsmiddel of voedingsstof:
Dubbelfris
A
Voedingsmiddel
B
Voedingsstof

Slide 23 - Quizvraag

Voedingsmiddel of voedingsstof:
Appel
A
Voedingsmiddel
B
Voedingsstof

Slide 24 - Quizvraag

Voedingsmiddel of voedingsstof:
Koolhydraten
A
Voedingsmiddel
B
Voedingsstof

Slide 25 - Quizvraag

Beschermende stoffen zijn
A
mineralen en vitaminen
B
koolhydraten en eiwitten
C
mineralen en eiwitten
D
vitaminen en koolhydraten

Slide 26 - Quizvraag

Mineralen zijn reservestoffen.
A
juist
B
onjuist

Slide 27 - Quizvraag

Dit voedingsmiddel is brandstof:
A
mineralen
B
vitamines
C
water
D
koolhydraten

Slide 28 - Quizvraag

Huiswerk
Samenvatting blz. 25
en opdr. 5, 6 en 7 
In je schrift, hele zinnen gebruiken!

Slide 29 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Zelfstandig werken in stilte
Zelfstandig werken en fluisteren
Zelfstandig werken en overleggen

Slide 30 - Tekstslide