Jaar2 Les1_Wederkerend voornaamwoord_herhaling_pv_ow_lv

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Persoonsvorm (PV)

1) Maak een vraagzin. De pv komt vooraan.

2) Zet de zin in een andere tijd. Het werkwoord dat verandert is de pv.

3) Verander het getal van de zin. Het werkwoord dat verandert is de pv.

Moet de hobbit Frodo in Lord of the Rings een ring vernietigen?

Wat is de persoonsvorm?
Hoe vaak kijk jij naar Netflix?

Mijn ouders zouden graag willen dat de scholen weer opengaan.
Wat is de persoonsvorm?

Hoe vind je het onderwerp (ow) ?

1. Verander de persoonsvorm van getal. (van enkelvoud maak je dus meervoud of andersom)

Het woord dat mee moet veranderen, is het onderwerp

2. Stel de vraag wie of wat + persoonsvorm?

Het antwoord op deze vraag is het onderwerp.

Moet de hobbit Frodo in Lord of the Rings een ring vernietigen?

Wat is het onderwerp?
Gelukkig ruimde Sjoerd zijn spullen meteen op.

Lijdend voorwerp (LV)

Noteer onderwerp en gezegde.

Je stelt de vraag: wie/wat + wwg + ow?

Het antwoord is het lijdend voorwerp.

Let op: het lijdend voorwerp begint 

NOOIT met een voorzetsel (achter, in, op)!

Moet de hobbit Frodo in Lord of the Rings een ring vernietigen?

Welke opgaven moeten we maken?​
Wat is het lijdend voorwerp?

1. Welke opgaven
2. we
3. moeten maken
4. zit er niet in

Onze leraar verzamelt oude lp’s.​

Wat is het lijdend voorwerp?

1. Onze leraar
2. verzamelt
3. oude lp's
4. lp's

Welke zin is geen correct Nederlands?

1. Zij bemoeit zich altijd met de ruzies van anderen.
2. Zij bemoeit haar zus altijd met de ruzies van anderen.
3. Kleedt meneer Haaksma zich extra netjes aan op zondagmorgen?
4. Kleedt meneer Haaksma zijn kinderen extra netjes aan op zondagmorgen?

Terug naar de les

persoonsvorm (pv)

onderwerp (ow)

eet

Piet

vallen

de stoel

de hond

sliep

de rozen

bloeide

Lesdoel 

Test

De 

Test

Antwoord:

test

Wat ga je doen?

1. Opdracht ... (blz ..)

2. Ben je klaar? Ga ...  

3. Maak 

Waar denk jij dat deze tekst over gaat?

Wat is het onderwerp van de tekst?

Tip: Kijk naar de titel, illustraties, tussenkopjes en anders gedrukte woorden.
Je leest de eerste alinea. Geef antwoord op de vraag: waarover gaat deze tekst?

Lees de hele tekst nauwkeurig

Onderstreep moeilijke woorden!

Wat ging goed?

Wat kan er de volgende keer beter?

We gaan oefenen....

Wat ga je doen of wat neem je mee?

• Oefenen met ...
• Oefenen aan..