Bijwoordelijke bepaling 3 basis hoofdst 1.7 Grammatica

zinsontleden
persoonsvorm = 1e werkwoord
gezegde = alle werkwoorden in een zin
onderwerp = wie + gezegde?

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

zinsontleden
persoonsvorm = 1e werkwoord
gezegde = alle werkwoorden in een zin
onderwerp = wie + gezegde?

Slide 1 - Tekstslide

1. Redekundig ontleden

Hierbij verdeel je de zin in zinsdelen.

Zinsdelen zijn groepjes woorden in de zin die bij elkaar horen. Vervolgens geef je die zinsdelen een naam. 


Namen van zinsdelen zijn bijvoorbeeld persoonsvorm, onderwerp en gezegde.

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de pv in de zin:
Hoeveel beltegoed heb jij gekregen?

Slide 3 - Open vraag

Wat is de pv in de zin:
De eerste schoolweken zijn al voorbij.

Slide 4 - Open vraag

Is de zin juist verdeeld in zinsdelen?
De leuke jongen | kreeg | een mooie prijs.
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Is de zin juist verdeeld in zinsdelen?
Over | een paar jaar | heeft | iedereen | een smartwatch.
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quizvraag

zinsontleden
persoonsvorm = 1e werkwoord
gezegde = alle werkwoorden in een zin
onderwerp = wie + gezegde?

Slide 7 - Tekstslide

Wat is het ow in de zin:
Vorig jaar heb ik een paar voetbalschoenen gekocht

Slide 8 - Open vraag

Bijwoordelijke bepaling
We noemen de bijwoordelijke bepaling ook wel de ‘prullenbak’. Alles wat je overhoudt na het benoemen, noem je bijwoordelijke bepaling.

Slide 9 - Tekstslide

Bijwoordelijke bepaling


                                                               Tijd (wanneer)


                                         Plaats (waar)

Slide 10 - Tekstslide

Vandaag gedragen jullie je netjes tijdens de uitleg.
A
vandaag
B
jullie
C
netjes
D
tijdens de uitleg

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Video