T5B4 en 5 - Voortplanting en signaalstoffen

Thema 5
Planten


1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 5
Planten


Slide 1 - Tekstslide

Basisstof 4
- Je kunt verschillende manieren van voortplanting bij planten beschrijven

Slide 2 - Tekstslide

Voortplanting bij planten
Zowel geslachtelijk- als ongeslachtelijk...

Wat zijn hiervan de voor- en nadelen?

Slide 3 - Tekstslide

Geslachtelijke voortplanting
Voordelen:
Genetische diversiteit – Nieuwe combinaties van genen vergroten de kans op aanpassing aan veranderende omgevingen en ziekteresistentie.
Overleving op lange termijn – Soorten kunnen zich beter aanpassen aan evolutie en natuurlijke selectie.
Mogelijkheid tot verspreiding – Zaden kunnen door wind, water of dieren verspreid worden naar nieuwe groeigebieden.

Nadelen:
Traag proces – Bestuiving, bevruchting en kieming van zaden kosten tijd.
Afhankelijkheid van externe factoren – Succesvolle voortplanting vereist bestuivers (zoals bijen) of geschikte omgevingsomstandigheden.
Energie-intensief – Het produceren van bloemen, nectar en zaden kost veel energie.

Slide 4 - Tekstslide

Ongeslachtelijke voortplanting
Voordelen:
Snelle en efficiënte voortplanting – Planten kunnen snel kolonies vormen zonder afhankelijk te zijn van bestuiving.
Behoud van gunstige eigenschappen – Omdat nakomelingen genetisch identiek zijn, blijven gunstige eigenschappen behouden.
Minder afhankelijk van externe factoren – Er zijn geen bestuivers of specifieke omgevingsomstandigheden nodig.

Nadelen:
Geen genetische variatie – Planten zijn vatbaarder voor ziektes en veranderende omgevingen omdat alle nakomelingen identiek zijn.
Beperkte verspreiding – Nieuwe planten blijven vaak dichtbij de moederplant, wat concurrentie om voedingsstoffen kan veroorzaken.
Minder evolutie op lange termijn – Zonder genetische mutatie en recombinatie kan de soort zich minder goed aanpassen aan nieuwe omstandigheden.








Slide 5 - Tekstslide

levenscyclus van een zaadplant

Slide 6 - Tekstslide

Voortplantingsorganen plant
Zelfbestuiving en kruisbestuiving

Slide 7 - Tekstslide

Insecten bestuiving
Wind bestuiving

Slide 8 - Tekstslide

Bevruchting
Ontwikkeling vrucht

Slide 9 - Tekstslide

Verspreiding zaden

Slide 10 - Tekstslide

Ongeslachtelijke voortplanting

Slide 11 - Tekstslide

Stekken

Slide 12 - Tekstslide

Weefselkweek

Slide 13 - Tekstslide

Enten

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag!
Wat?
Basisstof 4: Maak opdracht 40 t/m 50
Hulp nodig?
Meer hulp nodig?
Lees basisstof 4
Steek je vinger omhoog
Klaar?
Lees basisstof 5
Aan de slag!
timer
20:00

Slide 15 - Tekstslide

Basisstof 5
Reageren op de omgeving

11.5.1 Je kunt beschrijven hoe planten met behulp van signaalstoffen reageren op interne en externe signalen.

Slide 16 - Tekstslide

Signaalstoffen
- Planten reageren op prikkels uit hun omgeving met behulp van signaalstoffen (plantenhormonen)
- Betrokken bij onder meer het bepalen van de groeirichting, rijping of bescherming van de plant. 
- Twee voorbeelden zijn auxine en etheen.

Slide 17 - Tekstslide

Auxine (indolazijnzuur, IAA)
  • Beïnvloed lengtegroei van planten m.b.v. celstrekking in de richting van het licht
  • Licht remt aanmaak auxine
  • Concentratie aan schaduwzijde is hoger dan aan belichte kant.
  • Schaduwzijde zal sneller groeien
  • Stengeltop groeit in richting van het licht: fototropie.

Slide 18 - Tekstslide

Fototropie (auxine)

Positieve fototropie
  • Als een stengeltop in de richting van het licht groeit,
Negatieve fototropie
  • Als een plantenstengel van het licht af groeit.
.

Slide 19 - Tekstslide

Geotropie
Groeirichting ook beïnvloed door zwaartekracht: geotropie.

Negatieve geotropie:
- stengeltop
Positieve geotropie: 
- wortel


Slide 20 - Tekstslide

Geotropie - Stengel
- Door  zwaartekracht beweegt auxine naar de onderkant.
- Door celstrekking zal de onderkant sneller gaan groeien, dan de bovenkant.
- De stengel groeit naar boven.

Slide 21 - Tekstslide

Geotropie - Wortel
- Een wortel reageert tegenovergesteld op de auxineconcentratie
- een verhoogde concentratie auxine aan de onderkant leidt juist tot een remming van de celstrekking. 

Slide 22 - Tekstslide

Fruit rijping
Door etheen...
  • Vorming van enzymen die zorgen voor kleur- en geurverandering. 

  • Omzetting van zetmeel en zuren in suikers.

  • Zachter worden van vruchtvlees door pectinase.(lijmstof).

Slide 23 - Tekstslide

Ethyleen

Slide 24 - Tekstslide

Bescherming
  • Mechanisch: haren, stekels, doorns
  • Chemisch: stoffen die niet lekker of dodelijk zijn
Cafeïne bijvoorbeeld verlamt bepaalde insecten en nicotine is dodelijk
  • Indirect: lokstof die natuurlijke vijand aantrekt

Slide 25 - Tekstslide

  • Bouw planten
  • Meristemen, groeipunten
  • Houtvaten en bastvaten, cambium, jaarringen
  • Transport door houtvaten en bastvaten, capillaire werking, worteldruk, waterpotentiaal
  • Huidmondjes
  • Assimilatie en dissimilatie, beperkende factor
  • Geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting, bestuiving, bevruchting, stekken, enten, weefselkweek
  • Auxine, fototropie en geotropie, ethyleen

Slide 26 - Tekstslide

Aan de slag!
Wat?
Basisstof 6: Maak opdracht 55 t/m 65
Hulp nodig?
Meer hulp nodig?
Lees basisstof 5 en 6
Steek je vinger omhoog
Klaar?
Lees practicumopdracht 5: blz. 182 - de intensiteit van fotosynthese
Voorbereiding practicum(verslag).
Aan de slag!
timer
20:00

Slide 27 - Tekstslide