AlgSp319CH16122020

Nederlands
319CH
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederlands
319CH

Slide 1 - Tekstslide

Denk aan de                           leesopdracht! 
Uiterlijk                                             20 december inleveren.

Slide 2 - Tekstslide

Lesinhoud + lesdoelen

Doel: Ik ben kritisch op de algemene spelling die is gebruikt in rapporten en pas de kennis hieromtrent toe door de opdrachten correct te maken en te corrigeren.


Casus 'Gravertje' - Ingeleverde opdracht CumLaude - Dictee

Slide 3 - Tekstslide

Hoofdletters
Morgen, donderdag 17  december, toets hoofdletters in de les van Hesselmans.
Sommigen: herkansing werkwoordspelling
Donderdag 21 januari: toets hoofdletters én herkansing werkwoordspelling

Slide 4 - Tekstslide

Algemene spelling
Naar aanleiding van de casus 'Diefstal gravertje'

Slide 5 - Tekstslide

Er hingen 2 camera's: de....was kapot. Wat moet er op de .... staan?
A
linkercamera
B
linker camera

Slide 6 - Quizvraag

Linker en rechter worden aan het volgende woord vast geschreven als het links-zijn of rechts-zijn een vaste eigenschap is, zoals linkerbroekzak en linkervoet.

Als iets zich ‘toevallig’ links of rechts bevindt, ligt los schrijven meer voor de hand: dat linker boek en die rechter computer. Aaneenschrijven is niet ‘fout’.

LET OP: linker schoen (in een rij schoenen op een schoenenrek bijvoorbeeld) en linkerschoen (voor de linkervoet).

Slide 7 - Tekstslide

Er zit een barst in de linker zij ruit.

Corrigeer linker zij ruit.
A
linkerzijruit
B
linker zijruit
C
linkerzij ruit

Slide 8 - Quizvraag

Ik weet het niet misschien een oud collega die wraak wil. Wat is fout?

A
oud-collega
B
wil moet zijn: wilt
C
niets
D
Komma ertussen: niet, misschien

Slide 9 - Quizvraag

Samenstellingen
Sommige samenstellingen schrijf je altijd met een streepje:
oud-
ex-
niet-

Voorbeelden?

Slide 10 - Tekstslide

...waardoor het hek open ging.
A
open ging is correct
B
openging moet aan elkaar

Slide 11 - Quizvraag

Samengesteld werkwoord
Regel: samengestelde werkwoorden schrijf je aan elkaar, ook als je ze vervoegt.

binnenkomen
gebruikmaken

Slide 12 - Tekstslide

Samenstellingen
Dat zijn woorden die uit 2 of meer aparte woorden bestaan. Die aparte woorden zijn woorden die ook los gebruikt zouden kunnen worden.
Regel: schrijf samenstellingen zoveel mogelijk aan elkaar.

Slide 13 - Tekstslide

Ook vroeg ik haar of zij nog een reserve sleutel had.
Is reserve sleutel goed geschreven?
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quizvraag

Wie heeft toegang tot de locatie? Alle wonende op dit adres. Schrijf over of pas aan.

Slide 15 - Open vraag

Ik wil graag aangifte doen .... mijn gestolen graafmachine.
A
voor
B
van
C
in

Slide 16 - Quizvraag

Vaste voorzetsels
In het Nederlands zijn er heel wat woorden die een vaste combinatie vormen met een bepaald voorzetsel.
Hier zijn geen regels voor, 
          deze moet je uit je hoofd leren.

Slide 17 - Tekstslide

Hoe heet u en mag ik u legitimatie zien? Goed of fout?
A
Goed
B
Fout

Slide 18 - Quizvraag

man: bouwbedrijf van wonderen. zeeweg 70 egmond aan zee. Schrijf op de juiste plaats de hoofdletters.

Slide 19 - Open vraag

Schrijfwijze
Twijfel je hoe je bepaalde woorden moet schrijven?
Tik nooit zomaar wat in op Google!
Ga naar gerenommeerde sites als:
www.woordenlijst.org
www.encyclo.nl
www.vandale.nl
www.onzetaal.nl

Slide 20 - Tekstslide

Aan de slag!
In Teams staat een document met daarin de opdracht van vorige week van de hele klas.
Bekijk de tekst waar jouw naam onder staat en geef feedback. Geef minimaal 2 tips en minimaal 2 tops. Over 10 minuten bespreken we de feedback.

Op CumLaude een opdracht ingeleverd? Check de feedback!

Slide 21 - Tekstslide

Vooruitblik
Voorbereiding lees- en luisterexamen 2F
Stijl- en spellingsonderdelen: aan welke onderdelen moet er aandacht worden besteed? Zet het in de chat.
Werkwoordspelling                    Hun-hen-zij
Meervoudsvormen                         Zinsbouw
Algemene spelling: hoe schrijf je bepaalde woorden

Slide 22 - Tekstslide

Wil jij dit op een….schrijven?
Je moet sommige woorden….                              DICTEE
Ik ben al jarenlang…van VI.
Christel was regelmatig…
Zij had heel wat ….. bij zich.
Wij hebben deze kerstvakantie een leuke….geboekt.
Ik heb gisteren een fles wijn in de slijterij….
Ik was bang dat de uitbater mij zou…..
Het leek alsof hij…
De kwaliteit is er flink op….

Slide 23 - Tekstslide

Evaluatie van de les

Wat ga je onthouden van deze les?

Slide 24 - Tekstslide