Zelftoets H3 Vragers en Aanbieders (deels)

Deze week:
H3 afronden (1e blokuur)
H4 t/m paragraaf 4.3 (2e blokuur)

1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Deze week:
H3 afronden (1e blokuur)
H4 t/m paragraaf 4.3 (2e blokuur)

Slide 1 - Tekstslide

H3: Wat moet je kunnen?
1. Kunnen tekenen en berekenen van de vraag- en de aanbodlijn.

2. Consumenten- en producentensurplus kunnen tekenen en berekenen.
3. Verschuivingen langs of van de vraag- en aanbodlijn kunnen beredeneren.
4. Welvaart (surplus) maximaal in evenwicht
5. Kenmerken markt volledige mededinging



Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

3.16 belangrijke opgave!

Hoe ging 3.16?

Slide 4 - Tekstslide

3.16 b Qa = Qv
             P - 40 = -0,5P + 80
             1,5P = 120
             P = 120/1,5 = € 80
3.16 c  P = 80 invullen in Qa:  80 - 40 = 40 (x 1.000)
              P = 80 invullen in Qv: -0,5 x 80 + 80 = 40 (x 1.000)
Omzet = €80 x 40.000 = € 3.200.000

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

g. Qa = Qv, dus P - 46 = -0,5P + 80
                               1,5P = 126, dus P = 126 / 1,5 = €84
h. Dan is Qv = -0.5 x 84 + 80 = -42 + 80 = 38. 
     Dan is Qa = 84 - 46 = 38. 
     Er worden 38.000 tickets gevraagd en aangeboden.
i. €6 x 38.000 = € 228.000. Dit is opbrengst voor de overheid.
j. De prijs is met €4 gestegen (van € 80 naar € 84). De heffing was € 6. Dus (4 / 6) x 100% = 66,7% van de heffing is doorberekend aan de consument.


Slide 7 - Tekstslide

Zelftest H3
De gesloten vragen in Lesson Up:
Lees de vraag in je boek, geef antwoord in LessonUp
+ oefening met verschuiving LANGS of VAN de lijn

Daarna zelfstandig opgave 3.35 + 3.36 + 3.37 maken
(en nakijken/bespreken)



Slide 8 - Tekstslide

zelftoets H3 Vragers en Aanbieders

Slide 9 - Tekstslide

3.21
A
..
B
..
C
..
D
..

Slide 10 - Quizvraag

3.22
A
..
B
..
C
..
D
..

Slide 11 - Quizvraag

3.23
A
..
B
..
C
..
D
..

Slide 12 - Quizvraag

3.24
A
..
B
..
C
..
D
..

Slide 13 - Quizvraag

3.25
A
..
B
..
C
..
D
..

Slide 14 - Quizvraag

3.26
A
..
B
..
C
..
D
..

Slide 15 - Quizvraag

3.27
A
..
B
..
C
..
D
..

Slide 16 - Quizvraag

3.28
A
..
B
..
C
..
D
..

Slide 17 - Quizvraag

3.29
A
..
B
..
C
..
D
..

Slide 18 - Quizvraag

3.30
A
..
B
..
C
..
D
..

Slide 19 - Quizvraag

3.31
A
..
B
..
C
..
D
..

Slide 20 - Quizvraag

3.32
A
..
B
..
C
..
D
..

Slide 21 - Quizvraag

Prijs iPhone stijgt.
Hierdoor ontstaat een verschuiving VAN of LANGS de vraaglijn naar iPhone?
A
LANGS
B
VAN: NAAR LINKS
C
VAN: NAAR RECHTS

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

Prijs SAMSUNG daalt.
Hierdoor ontstaat een verschuiving VAN of LANGS de vraaglijn naar iPHONE?
A
LANGS
B
VAN: NAAR LINKS
C
VAN: NAAR RECHTS

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide

Prijs abonnement (belminuten & GB) daalt.
Hierdoor ontstaat een verschuiving VAN of LANGS de vraaglijn naar iPhone?
A
LANGS
B
VAN: NAAR LINKS
C
VAN: NAAR RECHTS

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Tekstslide

Wat gebeurt er met de aanbodlijn wanneer de inkoopprijs stijgt?
A
Verschuift naar rechts
B
Verschuift naar links
C
Verschuift niet

Slide 28 - Quizvraag

Wat gebeurt er met de aanbodlijn wanneer de inkoopprijs stijgt? 
Wordt minder interessant om blikjes te verkopen. 
Dus bij DEZELFDE verkoopprijs MINDER aanbod.

Slide 29 - Tekstslide

Wat gebeurt er met de aanbodlijn wanneer de gemeente gratis kraampjes aanbiedt om je blikjes op te verkopen?
A
Verschuift naar rechts
B
Verschuift naar links
C
Verschuift niet

Slide 30 - Quizvraag

Wat gebeurt er met de aanbodlijn wanneer de gemeente gratis kraampjes aanbiedt? 
Constante kosten lager --> interessanter om blikjes te verkopen. 
Dus bij DEZELFDE verkoopprijs MEER aanbod.

Slide 31 - Tekstslide

Er wordt warm weer voorspeld en veel vraag naar blikjes cola. Wat gebeurt er met de aanbodlijn?
A
Verschuift naar rechts
B
Verschuift naar links
C
Verschuift niet

Slide 32 - Quizvraag

Wat gebeurt er met de aanbodlijn wanneer er veel vraag wordt verwacht? 
Veel vraag 
--> hogere verkoopprijs --> aanbod stijgt
MAAR.. is al het geval.
Aanbod bij DEZELFDE verkoopprijs blijft GELIJK.

Slide 33 - Tekstslide

Zelftest H3
De gesloten vragen in Lesson Up:
Lees de vraag in je boek, geef antwoord in LessonUp
+ oefening met verschuiving LANGS of VAN de lijn

Daarna zelfstandig opgave 3.35 + 3.36 + 3.37 maken
(en nakijken/bespreken)



Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

kahoot

Slide 38 - Tekstslide