In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Basisstof 2 Enzymen
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Bouw van enzymen
Enzymen zijn eiwitten en hebben een specifieke ruimtelijke 3D structuur.
De aminozuurvolgorde bepaald welk enzym het is.
Het DNA bepaald de aminozuurvolgorde.
Dus elk enzym heeft een specifiek gen.
Een enzym eindigt altijd op -ase bv lipase
Slide 3 - Tekstslide
enzym-substraatcomplex
Slide 4 - Tekstslide
Werking enzymen
Enzymen katalyseren reacties. Dit kunnen zowel assimilatie als dissimilatie reacties zijn.
Enzymen hebben hun eigen pH-optimum en temperatuur-optimum
Als de temperatuur te hoog wordt denatureren enzymen. Dit betekent dat ze hun ruimtelijke vorm verliezen. Dit is onomkeerbaar.
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Welk enzym vertoont de grootste enzymactiviteit bij 38 graden?
A
x (rood)
B
y (groen
C
z (paars)
D
ze zijn allemaal gelijk
Slide 8 - Quizvraag
Als een enzym gedenatureerd is, betekent dat dat het enzym ...
A
opgebruikt is
B
uit elkaar is gevallen
C
dood is
D
van vorm is veranderd
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Voorbeelden
Zetmeel → maltose enzym: amylase
Maltose → glucose enzym: maltase
Lactose → glucose + galactose enzym: lactase
Vetmoleculen → vetzuren + glycerol enzym: lipase
Etc etc etc
Slide 11 - Tekstslide
Gebruik BINAS 82E. Vier enzymen zijn: 1. Peptase ; 2. Lipase ; 3. Amylase ; 4. Peptidasen. Zet de nummers van de enzymen in de juiste volgorde van laagste optimum pH naar hoogste optimum pH
Slide 12 - Open vraag
Zetmeel wordt afgebroken in glucose door een enzym. Hoe heet het enzym en welke klier maakt dit enzym?