Vragers & Aanbieders Hoofdstuk 4 De arbeidsmarkt (4)
Hoofdstuk 4 (4)
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 80 min
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 4 (4)
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt uitleggen wat de arbeidsmarkt is en waar deze uit bestaat
Je kunt rekenen met de vraag en aanbodfunctie en in een grafiek verwerken of aflezen
Je kunt verklaren wat veranderingen doen met het aanbod of de vraag naar arbeid
Je kunt vertellen wat arbeidsinstituties zijn, wat ze doen en welke invloed ze hebben op de vraag naar en het aanbod van arbeid
Je weet wat een cao, vast contract, minimumloon en flexibele arbeidsmarkt is
Je kunt de verschillende oorzaken van werkloosheid noemen en toelichten.
Je kunt het verschil tussen conjuncturele werkloosheid, structurele werkloosheid en frictiewerkloosheid toe lichten.
Je weet wat arbeidsproductiviteit is en je kunt deze uitrekenen.
Slide 2 - Tekstslide
Planning
Bespreken opdrachten huiswerk
deze lessonup doorlopen
Maken losse opdrachten
Bespreken opdrachten losse opdrachten
Slide 3 - Tekstslide
Bespreken
huiswerk
Slide 4 - Tekstslide
Werkloos
De werkloze beroepsbevolking bestaat uit:
alle 15- tot 75-jarigen die in Nederland wonen
die geen betaald werk hebben
maar wel recent naar werk hebben gezocht
en daarvoor direct beschikbaar zijn
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
Werkloosheid (soorten / oorzaken)
Frictie werkloosheid (kortdurend; de tijd tussen 2 banen)
Seizoen werkloosheid (seizoenafhankelijk zoals de horeca en recreatie)
Regionale werkloosheid(Randstad versus de rest van NL)
Conjuncturele werkloosheid(tijdelijk geringe bestedingen, deze vraag naar arbeid volgt de economische conjunctuur; de productie daalt)
Structurele werkloosheid (structurele oorzaken zoals automatisering, mechanisering en verplaatsing naar het buitenland, deze vraag naar arbeid komt niet meer terug). Deze is blijvend door het verdwijnen van banen.
Slide 7 - Tekstslide
Werkloosheid (cijfers)
Slide 8 - Tekstslide
Arbeidsproductiviteit
Wat een persoon kan produceren in een bepaalde tijd
Formule voor arbeidsproductiviteit
Productie : gewerkte tijd = arbeidsproductiviteit
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Krappe arbeidsmarkt
Krappe arbeidsmarkt (tekort) = meer vraag dan aanbod
hebben werkgevers tekort aan personeel
hebben werkzoekenden een grote kans op een baan
is de kans groot dat de arbeidsomstandigheden verbeteren
Slide 11 - Tekstslide
Ruime arbeidsmarkt
Ruime arbeidsmarkt (overschot) = meer aanbod dan vraag
werkloosheid hoog
werkzoekenden weinig kans op een baan
kans groot dat arbeidsomstandigheden verslechteren
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
ASML in Eindhoven verhuist zijn fabriek naar Tsjechië, welke soort soort werkloosheid kan dan ontstaan?
A
conjuncturele werkloosheid
B
structurele werkloosheid
C
frictie
werkloosheid
D
seizoen
werkloosheid
Slide 14 - Quizvraag
De evenwichtsprijs op een arbeidsmarkt (zie figuur) is € 8 per uur. Het minimum loon stijgt van € 9 naar € 12. Hoe hoog zal de werkloosheid worden?
A
0,5 miljoen
B
1 miljoen
C
1,5 miljoen
D
2 miljoen
Slide 15 - Quizvraag
De vraag naar arbeid is/zijn de ...
A
werkgelegenheid
B
beroepsbevolking
C
vacatures
D
werklozen
Slide 16 - Quizvraag
Het aanbod van arbeid bestaat uit ...
A
mensen in loondienst + zelfstandigen + vacatures
B
mensen in loondienst + zelfstandigen + werklozen
C
werknemers + zelfstandigen
D
werknemers + werklozen
Slide 17 - Quizvraag
Wat is geen voorbeeld van een arbeidsmarktinstitutie?