12/2 - Kb2 - Meer dan Lezen 4/5/6

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Welkom Kb2B

Geen jassen, Geen tassen!

Ga lekker zitten, pak alvast je laptop.

Agenda

Inloop en Absentie – 5 min

GOTCHA! - 10 min

Geheugen opfrissen - 10 min

Klassikaal opdracht - 15 min

Film - 10 min

Reflectie - 5 min

LESDOEL:

Je leert tekstverbanden herkennen aan de hand van signaalwoorden.

Tekstverbanden en Signaalwoorden

In teksten kunnen we tekstverbanden en signaalwoorden vinden. 

• Wat zou het betekenen als iets verband heeft met elkaar?
• Wat denk jij dat een tekstverband kan zijn?  
• Wat is een signaal?
• En wat zijn signaalwoorden ?
• Tenslotte: wat zijn alinea's?

Geheugen opfrissen

In teksten hebben zinnen en alinea's met elkaar te maken. Ze houden verband met elkaar. Aan een signaalwoord kun je zien met welk verband je te maken hebt. Als je weet welk signaalwoord bij een verband hoort, helpt dit je om de tekst beter te begrijpen.

Er zijn verschillende tekstverbanden. Je leert er nu drie. Pak een a4tje en een pen. Maak een woordweb met in het midden SIGNAALWOORDEN. 

Opsomming

Bij dit verband worden meerdere dingen die bij elkaar horen, achter elkaar genoemd. Een opsomming herken je bijvoorbeeld aan deze signaalwoorden:

ten eerste, ten tweede, om te beginnen, ook (nog), verder, ten slotte, en.

• Ik houd van chips. Verder  vind ik dropjes lekker. Je mag me ook  wakker maken voor spekjes.

Zet nu OPSOMMING in je woordweb, met een paar van de hierboven benoemde signaalwoorden. 

Tijdsvolgorde

Het verband tijdsvolgorde geeft aan dat dingen in een bepaalde volgorde gebeuren. Dit verband herken je aan deze signaalwoorden:

vroeger, later, nu, eerst, daarna, vervolgens, nadat, terwijl, dadelijk, intussen

• Eerst leg je het speelbord op tafel. Vervolgens deel je de andere materialen uit. Daarna bepaal je wie er begint

Zet nu TIJDSVOLGORDE in je woordweb, met een paar van de hierboven benoemde signaalwoorden. 

Voorbeeld

Bij dit verband wordt een uitleg of voorbeeld gegeven om iets duidelijk te maken. Je herkent een voorbeeld onder andere aan deze signaalwoorden:

bijvoorbeeld, zoals, denk aan, neem nou, stel je voor

• Bij de bouw van het winkelcentrum zijn verschillende mensen aan het werk, zoals metselaars, loodgieters en timmermannen

Zet nu VOORBEELD in je woordweb, met een paar van de hierboven benoemde signaalwoorden. 

Klassikaal werken

Cursus 1: Meer dan Lezen: §4 Signaalwoorden

We maken, klassikaal, opdracht 7 (tot 7.11.)

 

Zelfstandig werken

Cursus 1: Meer dan Lezen: §4 Signaalwoorden

• Opdracht 2, 3, 4, 6 en 7

--> werk zelfstandig (je mag ook werken met oortjes in)

Na 10 minuten kijken we klassikaal na.

Nakijken

We kijken na:

Opdracht  2 en 3

Reflectie

Ik ga iedere les met jullie reflecteren. Dat betekent: jullie mogen zeggen wat je van de les vond. 

• Wat vond je goed gaan? 
• En wat vond je niet goed? 
• Heb je misschien ideeën/tips voor een volgende les?