Obligatielening (conv.) en Rekening courantkrediet (18.3/6 havo 19.3/4/7 vwo)

Obligaties 
Obligatielening: hoge, langlopende lening verdeeld in kleinere delen (obligaties) met een nominale waarde van bijv. €1000,- of €500,- 

Je krijgt als vergoeding een vast interest- of rentepercentage als koper van een obligatie. 

Couponrente: de rente die je ontvangt over de nominale waarde (= oorspronkelijke waarde)
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Obligaties 
Obligatielening: hoge, langlopende lening verdeeld in kleinere delen (obligaties) met een nominale waarde van bijv. €1000,- of €500,- 

Je krijgt als vergoeding een vast interest- of rentepercentage als koper van een obligatie. 

Couponrente: de rente die je ontvangt over de nominale waarde (= oorspronkelijke waarde)

Slide 1 - Tekstslide

Obligatielening (H 18.3/V 19.3)
Na deze les kan je:
  • Obligaties omschrijven
  • De verschillen noemen tussen aandelen en obligaties
  • Agio en disagio berekenen bij een emissie

Slide 2 - Tekstslide

Prospectus van de emissie
  • de verhouding tussen Eigen en Vreemd vermogen
  • de resultaten van afgelopen jaren en toekomst verw.
  • het doel van de lening en de grootte van de totale lening
  • de manier van aflossen en wanneer
  • etc. etc.

Slide 3 - Tekstslide

Manieren van aflossen
  • in 1x aan het einde van de looptijd van de lening
  • in gedeelten waarbij geloot wordt
  • inkopen van eigen obligaties

Slide 4 - Tekstslide

Verschillen obligaties en 
OBLIGATIES
Schuldbewijs
Deel van Vreemd Vermogen
Tijdelijk vermogen (afgelost)
Geen zeggenschap
Minder risico
Koers stabieler en vooral afh. van rentestand
Vast interestpercentage
aandelen (zie blz. 248 theorieboek)
AANDELEN
Bewijs van mede eigendom
Deel van Eigen Vermogen
Permanent Vermogen
Mede zeggenschap
Risico bij slechte resultaten
Koers onstabiel en afh. van de winstverwachting
Dividend als beloning

Slide 5 - Tekstslide

Agio en disagio
Obligatie emissie van 10.000 obligaties met een nominale waarde van €500 en 4% rente, uitgiftekoers is 103%
Hoeveel is de totale agio van deze uitgifte?
103% - 100% = 3% agio (emissiekoers - nominale waarde)
3% x €500 = €15,-     10.000 x €15,- = €150.000

Slide 6 - Tekstslide

Rekening courantkrediet
Dit is een rekening die gebruikt wordt voor dagelijkse betalingen en ontvangsten. Het is een duur krediet (hoge rente). Je staat dan dus rood op de betaalrekening.

Toch handig om er gebruik van te maken:
  • voor kleine bedrijven (hebben minder andere leenmogelijkheden)
  • bedrijven met seizoenspieken
  • als anticipatiekrediet (vooruitlopend op plaatsing van aandelen of obligaties)

Begrippen:
-Kredietplafond ("rood staan")
-Dispositieruimte

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

Een nadeel van een obligatielening (voor een bedrijf) is:
A
teveel mensen hebben zeggenschap
B
de interestkosten drukken de winst
C
het is een erg dure lening
D
Zowel antwoord A, B als C zijn goed.

Slide 9 - Quizvraag

Een verschil tussen aandelen en obligaties is:
A
Aandelen worden op de beurs verhandeld en obligaties niet
B
De koers van een obligatie staat vast
C
Aandelen moeten worden terugbetaald en obligaties niet
D
Een obligatiehouder heeft geen zeggenschap

Slide 10 - Quizvraag

Bedrijf Y heeft een rek. courant krediet tot maximaal €4000,- Het saldo is nu
-€500,- Hoeveel is de dispositieruimte?
A
€3500,-
B
€4000,-
C
-€4500
D
€4500,-

Slide 11 - Quizvraag

Waarom is rekening courantkrediet een duur krediet
A
Spaarders krijgen interestvergoeding
B
De bank wil geld verdienen
C
De bank maakt ook kosten
D
Antwoord A, B en C zijn goed

Slide 12 - Quizvraag

Converteerbare obligatielening (19.4 vwo)
Dit is een obligatie die je kán omwisselen voor aandelen. Je ontvangt meestal een iets lagere rente dan op een gewone obligatie.

Voorbeeld: een 4%Obligatielening 
Conversievoorwaarden: Voor 1 obligatie van €500 nominaal en bijbetaling van €160, ontvang je bij conversie 10 aandelen met een nominale waarde van €50.

Wat is de conversieprijs?     (€500 + €160)/10 = €66
Wat is de agio per aandeel?     €66 - €50 = €16   
Wat is het voordeel voor een houder van 1 obligatie bij een aandelenkoers van €80 ?  
10 x (€80-€66) = €140            

Slide 13 - Tekstslide

Nu ff zelf oefenen:
opgave 19.9
(vwo)

Slide 14 - Tekstslide